“
(…).
Op dinsdag 28 november 2017 nam ik, [C], de lessen voor de klas KIA over van de Onderinspecteur [Y], Senior Docent Cursus en Training (…). Op die dag omstreeks 14:00 uur kwam de aspirant van de week [D] bij mij op kantoor melden dat de klas klaar was voor de les. Ik stelde [D] op de hoogte dat hij ervoor moest zorgen dat er niets op de tafels zou liggen omdat wij inzage van een toets zouden gaan doen. Toen ik de klas binnenkwam zag ik dat er op de tafels van groep 1 en 2 nog spullen lagen, waarna ik deze twee groepen vroeg om alle spullen van de tafels te halen. Het tentamen werd vervolgens door mij aan de studenten uitgedeeld. De studenten mochten hun tentamen doornemen (…). Hierna haalde ik de tentamens weer op.
(…).
De student [E] kwam naar mij toe en vroeg mij of de nieuwe module al klaar was. Ik stelde haar op de hoogte dat de module nog niet klaar was, maar dat ik wel een kopie had van de inleiding van de nieuwe module Integriteit. Ik, [C], gaf [E] toestemming om naar mijn kantoor te gaan om de kopie te halen om dit in de klas uit te delen. [E] kwam terug in de klas en begon de kopieën aan de klas te geven. In de eerste groep waar [E] de kopieën uitdeelde zat de aspirant in opleiding [NAAM EISERES]. Toen [NAAM EISERES] de kopie kreeg, gooide ze deze op de tafel en verklaarde in het Papiaments “Asina ta para bira ku nos ta hanja nos module ku nan no ta ni bind” (vertaling rapporteur: “dus nu krijgen we onze module op deze manier, ze hebben het niet eens ingebonden”) of woorden van gelijke strekking. Ik, [C], haakte direct in op de negatieve houding van [NAAM EISERES] en verklaarde haar dat “als je de kopie niet nodig heb, dan moet je het maar weer inleveren” of woorden van gelijke strekking. [NAAM EISERES] stond vervolgens op, pakte de kopie van haar tafel, liep naar mijn bureau toe en legde haar kopie (..) op mijn bureau. [NAAM EISERES] ging daarna terug naar haar plek en begon in zichzelf te mompelen.
(…).
Toen ik [C], haar aansprak keek zij mij geen enkele moment aan, zat met haar rug naar mij gekeerd en bleef mompelen. (…). [NAAM EISERES] uitte vervolgens in het Papiaments: “Soba dje ta bin ku mal vibe aki den” (vertaling rapporteur: “nu komt ze ook nog hier met een negatieve vibe”) of woorden van gelijke strekking. Ik, [C], reageerde direct op haar commentaar aangezien dat ik degene was die [NAAM EISERES] net had onderhouden en stelde haar wederom op de hoogte dat ik haar houding niet zal accepteren en dat ik dit geval per direct zal melden.
(…).
Ik heb besloten dit rapport te maken omdat ik van mening ben dat [NAAM EISERES] niet beschikt over de juiste houding om de opleiding tot Penitentiair Medewerker met succes te kunnen afronden of in de toekomst als Penitentiair Medewerker werkzaam te zijn.
(…).”.