ECLI:NL:OGEAA:2018:332
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Eindvonnis in civiele zaak over hypothecaire geldlening en aansprakelijkheid
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 30 mei 2018 een eindvonnis gewezen in de procedure tussen een man en een vrouw, beide wonende te Aruba. De man, eiser in deze zaak, werd vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G.L. Griffith, terwijl de vrouw, gedaagde, werd bijgestaan door haar advocaat mr. P.A.J. Van der Biezen. De procedure volgde op een tussenvonnis van 13 december 2017, waarin de vrouw de gelegenheid kreeg om zich uit te laten over haar mogelijkheid om een hypothecaire geldlening over te nemen die door beide partijen was aangegaan voor de verbouwing van haar woonhuis.
De vrouw heeft gebruik gemaakt van deze gelegenheid en heeft een akte overgelegd waarin zij een nieuwe hypothecaire geldlening heeft afgesloten ter vervanging van de gezamenlijke lening. Ze heeft de oude lening inmiddels volledig afgelost, waardoor de man bevrijd is van zijn hoofdelijke aansprakelijkheid. Gezien deze ontwikkelingen heeft de man geen belang meer bij de toewijzing van zijn vordering, wat leidde tot de afwijzing van zijn verzoek.
In de uitspraak heeft de rechter bepaald dat elke partij zijn eigen proceskosten draagt, wat in lijn is met de aard van de procedure. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is een belangrijke beslissing in het kader van de verdeling van aansprakelijkheden en de gevolgen van de hypothecaire lening.