ECLI:NL:OGEAA:2018:332

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 mei 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
A.R. 2422 van 2015/AUA201500258
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis in civiele zaak over hypothecaire geldlening en aansprakelijkheid

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 30 mei 2018 een eindvonnis gewezen in de procedure tussen een man en een vrouw, beide wonende te Aruba. De man, eiser in deze zaak, werd vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G.L. Griffith, terwijl de vrouw, gedaagde, werd bijgestaan door haar advocaat mr. P.A.J. Van der Biezen. De procedure volgde op een tussenvonnis van 13 december 2017, waarin de vrouw de gelegenheid kreeg om zich uit te laten over haar mogelijkheid om een hypothecaire geldlening over te nemen die door beide partijen was aangegaan voor de verbouwing van haar woonhuis.

De vrouw heeft gebruik gemaakt van deze gelegenheid en heeft een akte overgelegd waarin zij een nieuwe hypothecaire geldlening heeft afgesloten ter vervanging van de gezamenlijke lening. Ze heeft de oude lening inmiddels volledig afgelost, waardoor de man bevrijd is van zijn hoofdelijke aansprakelijkheid. Gezien deze ontwikkelingen heeft de man geen belang meer bij de toewijzing van zijn vordering, wat leidde tot de afwijzing van zijn verzoek.

In de uitspraak heeft de rechter bepaald dat elke partij zijn eigen proceskosten draagt, wat in lijn is met de aard van de procedure. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is een belangrijke beslissing in het kader van de verdeling van aansprakelijkheden en de gevolgen van de hypothecaire lening.

Uitspraak

Vonnis van 30 mei 2018
Behorend bij A.R. 2422 van 2015/AUA201500258
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISER]
wonende te Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
tegen:
[GEDAAGDE]
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. P.A.J. Van der Biezen.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 december 2017;
- de akte uitlating aan de zijde van de vrouw;
- de antwoordakte aan de zijde van de man.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERERE BEOORDELING

in conventie
2.1
Voorop wordt gesteld dat volhardt wordt in het tussenvonnis van 13 december 2017.
2.2
Bij dit tussenvonnis is de vrouw in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over haar mogelijkheid om de hypothecaire geldlening, die door partijen was aangegaan ten behoeve van de verbouwing van het woonhuis van de vrouw, over te nemen.
2.3
De vrouw heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt en een akte overgenomen, waarbij zij een afschrift heeft overgelegd van een hypotheekakte. Hieruit volgt dat de vrouw een nieuwe hypothecaire geldlening heeft afgesloten, ter vervanging van de hypothecaire lening die op naam van beiden partijen stond. Inmiddels heeft de vrouw de oude hypothecaire geldlening volledig afgelost en aldus is de man bevrijd van zijn hoofdelijke aansprakelijkheid. De man heeft om deze reden geen belang meer bij toewijzing van zijn vordering.
in conventie en reconventie
2.4
Gelet op de aard van de procedure, acht het gerecht termen aanwezig om de proceskosten te compenseren.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
in conventie en reconventie
3.1
wijst het gevorderde af;
3.2
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 30 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.