ECLI:NL:OGEAA:2018:334
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijkse goederen en terugbetaling van geldlening in civiele procedure
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 30 mei 2018 een tussenvonnis uitgesproken in het kader van de verdeling van huwelijkse goederen tussen de man en de vrouw. De zaak betreft een geschil over een door de vrouw gestelde geldlening van Afl. 210.000,00, die zij van haar ouders zou hebben ontvangen. Het gerecht heeft in eerdere vonnissen, waaronder een tussenvonnis van 31 januari 2018, reeds enkele overwegingen geformuleerd en de vrouw in de gelegenheid gesteld om nadere informatie te verstrekken over deze lening. De vrouw heeft deze gelegenheid benut, maar het gerecht is niet overtuigd geraakt van het bestaan van een overeenkomst van geldlening. De omschrijving 'GIFT' bij de overboeking van het bedrag en het ontbreken van toestemming van de man voor de lening zijn belangrijke factoren in de beoordeling. Het gerecht concludeert dat de vrouw heeft geprobeerd de huwelijkse goederengemeenschap te benadelen en oordeelt dat zij het bedrag van Afl. 210.000,00 aan de huwelijkse goederengemeenschap moet terugbetalen. Daarnaast heeft de man verantwoording gevraagd over transacties op een gezamenlijke rekening, waarover de vrouw ook dient te verklaren. De zaak wordt verwezen naar de rol voor verdere behandeling en de rechter houdt iedere verdere beslissing aan.