ECLI:NL:OGEAA:2018:341

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 mei 2018
Publicatiedatum
5 juni 2018
Zaaknummer
E.J. AUA201800114
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzegging huurovereenkomst wegens herhaalde wanprestatie en huurachterstand

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster, vertegenwoordigd door mr. P.A.J. van der Biezen, een verzoek ingediend om de huurovereenkomst met verweerster, vertegenwoordigd door mrs. O.L. Sjiem Fat en G.M. Sjiem Fat, op te zeggen. De procedure begon met een beroepschrift dat op 18 januari 2018 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift en een akte wijziging c.q. aanvulling verzoek. De behandeling vond plaats op 17 april 2018.

De feiten van de zaak zijn als volgt: verweerster woont sinds medio september 2017 in de woning en heeft nooit huur betaald, terwijl de huurprijs Afl. 450,- per maand bedraagt. De Huurcommissie van Aruba heeft op 4 januari 2018 het verzoek van verzoekster om de huurovereenkomst op te zeggen afgewezen. Verzoekster stelt dat er sprake is van herhaalde wanprestatie, wat heeft geleid tot een huurachterstand van Afl. 3.375,- over de periode van september 2017 tot en met april 2018.

De rechter heeft geoordeeld dat de beslissing van de Huurcommissie vernietigd dient te worden. Verweerster heeft geen bewijs geleverd voor haar stelling dat er een mondelinge overeenkomst was over het opknappen van de woning en het verrekenen van de kosten met de huur. De rechter heeft vastgesteld dat verweerster tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen, wat de opzegging van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De rechter heeft verzoekster in het gelijk gesteld en verweerster veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de kosten van de procedure.

Uitspraak

Beschikking van 29 mei 2018
Behorend bij E.J. AUA201800114
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Verzoekster]
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. P.A.J. van der Biezen,
tegen:
[Verweerster],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [verweerster],
gemachtigden: de advocaten mrs. O.L. Sjiem Fat en G.M. Sjiem Fat.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift, ingediend op 18 januari 2018;
- het verweerschrift;
- de akte wijziging c.q. aanvulling verzoek;
- de producties aan de zijde van [verzoekster];
- de behandeling ter zitting van 17 april 2018 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verweerster] woont sinds medio september 2017 in de woning aan de [adres]. De huurprijs bedraagt Afl. 450,- per maand.
2.2
Bij besluit van 4 januari 2018 heeft de Huurcommissie van Aruba het verzoek van [verzoekster] om de huurovereenkomst met [verweerster] op te zeggen afgewezen.
2.3 [
verweerster] heeft nimmer de huurpenningen betaald.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
verzoekster] verzoekt - na wijziging van eis -de beslissing van de huurcommissie d.d 4 januari 2018 te vernietigen, en te bepalen dat de huurovereenkomst tussen partijen binnen een door het gerecht te bepalen termijn kan worden opgezegd, alsmede veroordeling van [verweerster] tot betaling van de huurachterstand van september 2017 tot en met april 2018 ad Afl. 3.375,- alsmede de kosten van de procedure.
3.2 [
verzoekster] grondt het verzoek erop dat er sprake is van herhaalde wanprestatie van de huurovereenkomst, waardoor er een huurachterstand is ontstaan vanaf het moment dat [verweerster] in de woning verblijft.
3.3 [
verweerster] voert hiertegen verweer, dat bij de boordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag of de beslissing van de huurcommissie vernietigd dient te worden en [verzoekster] de huurovereenkomst alsnog mag opzeggen. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.3 [
verweerster] betwist dat er sprake is van huurachterstand. Zij stelt dat zij mondeling met [verzoekster] is overeengekomen dat zij het gehuurde zou opknappen en dat zij de kosten die hiermee gemoeid zouden zijn, mocht verrekenen met de huur.
4.4 [
verzoekster] betwist dat partijen een dergelijke mondelinge afspraak hebben gemaakt. Gelet op deze betwisting lag het op de weg van [verweerster] om de pretense overeenkomst nader feitelijk te onderbouwen en zo nodig te bewijzen. [verweerster] heeft evenwel geen feiten gesteld die te bewijzen op te dragen zijn. Daar komt bij dat [verweerster] geen bewijs heeft aangeboden. Dit heeft tot gevolg dat er in rechte vanuit wordt gegaan dat tussen partijen geen mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen ten aanzien van het renoveren van het gehuurde en het verrekenen van de kosten hiervan met de huurprijs. Aldus staat vast dat [verweerster] te kort is geschoten in haar betalingsverplichting. Deze tekortkoming rechtvaardigt de opzegging van het gehuurde, nu de achterstand meer dan drie maanden bedraagt. Het gerecht acht het niet geraden om aan de opzegging een termijn te verbinden, aangezien bij herhaalde wanprestatie de ontbinding per direct wordt uitgesproken.
4.4 [
verweerster] wordt nu zij in het ongelijk is gesteld in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
verklaart het beroep gegrond;
5.2
bepaalt dat [verzoekster] de huurovereenkomst met [verweerster] kan opzeggen tegen elke door haar te bepalen dag, na betekening van dit vonnis;
5.3
veroordeelt [verweerster] om aan [verzoekster] te voldoen een bedrag van Afl. 3.375,- zijnde de huurachterstand over de periode september 2017 tot en met april 2018;
5.4
veroordeelt [verweerster] in de kosten van de procedure, aan de zijde van [verzoekster] begroot op Afl. 1.000,00 voor salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 29 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.