ECLI:NL:OGEAA:2018:346
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en termijnoverschrijding in beroep tegen huurcommissie beschikking
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een beroep van [Verzoeker] tegen een beschikking van de huurcommissie van 14 november 2017. Deze beschikking verleende [Verweerster] toestemming om de huurovereenkomst met [Verzoeker] op te zeggen wegens een verstoorde relatie, met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. [Verzoeker] heeft op 14 december 2017 beroep ingesteld tegen deze beschikking, maar de vraag is of dit beroep tijdig is ingediend.
De procedure begon met het indienen van het beroepschrift door [Verzoeker] op 14 december 2017, na ontvangst van de beschikking op 21 november 2017. [Verweerster] voerde verweer en stelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van beroep is aangevangen op 21 november 2017, en dat [Verzoeker] uiterlijk op 5 december 2017 beroep had moeten instellen. De stelling van [Verzoeker] dat hij pas op 30 november 2017 de beschikking per post ontving, werd niet als verschoonbaar beschouwd.
Het Gerecht oordeelde dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding en verklaarde [Verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn beroep. Tevens werd [Verzoeker] veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van [Verweerster] zijn gevallen. De uitspraak werd gedaan op 5 juni 2018 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.