ECLI:NL:OGEAA:2018:358
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake incasso van een geldleningsovereenkomst tussen ISLAND FINANCE N.V. en gedaagde
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de naamloze vennootschap ISLAND FINANCE N.V. betaling van een bedrag van Afl. 6.262,47 van de gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst van geldlening die op 23 september 2008 was gesloten. Gedaagde had een som geld geleend en was verplicht deze met rente terug te betalen. Eiseres stelde dat gedaagde in gebreke was gebleven en had haar in gebreke gesteld via een brief op 12 mei 2017. Gedaagde deed een betalingsvoorstel, maar voldeed niet aan de betalingsverplichtingen die voortvloeiden uit de overeenkomst.
De procedure omvatte verschillende schriftelijke stukken, waaronder een verzoekschrift en conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De rechter moest beoordelen of gedaagde gehouden was om naast de hoofdsom ook de contractuele rente en bijkomende kosten te betalen. Gedaagde voerde aan dat er in 2015 een afspraak was gemaakt dat zij geen rente en extra kosten verschuldigd was, maar deze stelling werd door eiseres gemotiveerd weersproken.
De rechter oordeelde dat gedaagde tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en dat de vordering van eiseres terecht was. De rechter wees de vordering toe, inclusief de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2013 en de buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 13 juni 2018 door mr. Y.M. Vanwersch.