ECLI:NL:OGEAA:2018:362
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen ouders en minderjarigen in het personen- en familierecht
In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 19 juni 2018, wordt een verzoek behandeld van de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.M. Malmberg, tegen de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn. De zaak betreft een omgangsregeling voor de minderjarigen, geboren in 2012 en 2013. Eerder, op 28 november 2017, was er al een beschikking waarin een omgangsregeling was vastgesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 mei 2018, waar beide ouders en hun advocaten aanwezig waren, is de situatie opnieuw besproken. De Voogdijraad was vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger].
Het gerecht heeft de argumenten van beide partijen gehoord en heeft besloten geen aanleiding te zien om af te wijken van de eerder vastgestelde omgangsregeling. De rechter benadrukt dat de omgangsregeling verplichtingen met zich meebrengt voor zowel de moeder als de vader. De moeder moet zich aan de omgangsregeling houden, terwijl de vader ervoor moet zorgen dat de omgang tussen de moeder en de minderjarigen niet wordt belemmerd, ook niet als de moeder te laat is. Het gerecht verwacht van beide ouders dat zij zich inspannen om de omgangsregeling soepel te laten verlopen.
De beslissing van het gerecht is om de omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarigen te bevestigen zoals vastgesteld in de beschikking van 28 november 2017. Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, ter zitting van 19 juni 2018 in aanwezigheid van de griffier.