ECLI:NL:OGEAA:2018:395

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 oktober 2018
Publicatiedatum
3 juli 2018
Zaaknummer
A.R. 809 van 2017/AUA201701483
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissement van Marathon Electronics N.V. en de vorderingen van de curator

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, gaat het om het faillissement van Marathon Electronics N.V. en de vorderingen van de curator, A.E. Barrios. De curator vorderde onder andere terugbetaling van voorschotten die aan de directeur, [gedaagde 1], zouden zijn uitbetaald. Tijdens de comparitie van partijen op 7 september 2018 werd duidelijk dat de jaarrekeningen van Marathon geen juist beeld gaven van de financiële situatie van het bedrijf. De gedaagden, waaronder [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3], verklaarden dat zij geen marktconform salaris ontvingen en dat de directeur alles deed om het bedrijf te redden, inclusief het investeren van zijn eigen spaargeld.

De rechter oordeelde dat de vorderingen van de curator, die gebaseerd waren op overeenkomsten van geldleningen, niet konden worden toegewezen wegens het ontbreken van een juridische grondslag. De rechter concludeerde dat de jaarrekeningen waren opgesteld met 'creatief boekhouden' en dat er geen sprake was van geldleningen. De vordering van de curator op [gedaagde 1] werd eveneens afgewezen, maar de rechter oordeelde dat [gedaagde 1] verantwoordelijk was voor de onjuiste jaarstukken en veroordeelde hem in de proceskosten.

Het vonnis werd uitgesproken op 24 oktober 2018, waarbij de rechter de vorderingen van de curator afwees, maar [gedaagde 1] aansprakelijk stelde voor de kosten van de procedure, die op Afl. 3.740,00 griffierecht, Afl. 579,27 explootkosten en Afl. 3.750,00 voor salaris van de gemachtigde werden begroot.

Uitspraak

Vonnis van 24 oktober 2018
Behorend bij A.R. 809 van 2017/AUA201701483
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiseres],
q.q. curator in het faillissement van
MARATHON ELECTRONICS N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: de curator,
procederend in hoedanigheid van q.q. en
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.
tegen:

1.[gedaagde 1],

2. [gedaagde 2],
3. [gedaagde 3],
allen wonende te Aruba,
gedaagden, hierna ook te noemen: gedaagden wanneer zij tezamen bedoeld worden, [gedaagde 1], [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] wanneer zij ieder afzonderlijk bedoeld worden,
gemachtigde: de advocaat mr. G.W. Rep.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 juni 2018;
- de brief van 30 augustus 2018 met producties aan de zijde van gedaagden;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen d.d. 7 september 2018.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Bij tussenvonnis d.d. 27 juni 2018 is een comparitie van partijen gelast, teneinde voorgelicht te worden over de verschillende jaarstukken en de gang van zaken binnen het failliete bedrijf Marathon Electronics N.V., hierna Marathon.
2.2
Desgevraagd hebben gedaagden een toelichting gegeven op de gang van zaken bij Marathon, in de periode voorafgaande aan het faillissement. Het gerecht heeft op grond van de (aanvullende) verklaringen van gedaagden ter zitting het volgende beeld bekomen. Marathon was aanvankelijk een goed lopende videotheek met 6 zaken in Aruba. Door de opkomst van internet nam de vraag naar DVD’s en daardoor de omzet gaandeweg af en heeft [gedaagde 1] tevergeefs getracht zijn bedrijf te redden. Hij heeft personeel laten afvloeien en zijn kinderen [gedaagde 2] en [gedaagde 3] ingezet om de winkels open te kunnen houden. Zowel [gedaagde 2] als [gedaagde 3] hebben ter zitting verklaard dat zij fulltime hebben gewerkt voor Marathon, zonder dat zij hiervoor een marktconform salaris kregen. Omdat hun kosten doorliepen, kregen zij voorschotten om boodschappen te doen of werden hun rekeningen direct via de rekening-courant van Marathon betaald. Geen van hen had zicht op hoe een en ander administratief werd verwerkt.
2.3
De lezing van gedaagden wordt bevestigd door de heer [meneer x]. Uit zijn schriftelijke verklaring d.d. 22 augustus 2018 (overgelegd bij brief van 30 augustus 2018) volgt dat hij in 2008 en 2009 voor Marathon pro-forma jaarrekeningen heeft samengesteld met als doel om een (nieuwe) financiering te verkrijgen. Desgevraagd verklaarde de heer [meneer x] dat in die jaren door de directie van Marathon is besloten om de salarissen van het management en de directeur niet via de payroll te runnen, omdat er onvoldoende liquiditeit was om over de salaris de loonbelasting en premies te kunnen afdragen. Om deze reden werd besloten om het opgenomen ‘salaris’ als voorschot te boeken op de rekening-courant.
2.4
Op basis van hetgeen partijen en de heer [meneer x] ter zitting hebben verklaard, leidt het gerecht af dat de jaarrekeningen waar de curator zich op baseert, geen juist beeld geven van de boekhoudkundige werkelijkheid. Er is nimmer sprake geweest van geldleningen, maar van ‘creatief boekhouden’ om de liquiditeit van het bedrijf te bewaken. Voor zo ver de vordering van de curator is gebaseerd op overeenkomsten van geldleningen tussen Marathon en [gedaagde 2] respectievelijk [gedaagde 3], wordt deze wegens het ontbreken van een juridische grondslag afgewezen.
2.5
Ten aanzien van de vordering van de curator op [gedaagde 1] wordt als volgt overwogen.
Volgens de curator volgt uit de boekhouding van Marathon dat aan [gedaagde 1] een bedrag ad fl. 251.719,67 aan voorschotten is uitbetaald. Dit blijkt - aldus de curator - uit de balancesheet van 31 december 1999. Daarnaast stelt de curator dat de failliet een vordering heeft op [gedaagde 1] van Afl. 14.989,79 wegens privé onttrekkingen. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
2.6
Uit hetgeen partijen ter gelegenheid van de comparitie van partijen hebben verklaard volgt dat [gedaagde 1] er alles aan gedaan heeft om Marathon te redden. Hij heeft zich zelf gedurende lange tijd geen salaris uitbetaald, zijn volledige spaargeld geïnvesteerd en ook zijn huis moeten verkopen. Ook verzekeringspenningen die bedoeld waren om een verbrande boot die in eigendom toebehoorde aan een andere vennootschap van [gedaagde 1], zijn aangewend om een krediet van Marathon bij de bank af te lossen. Uit de verbeterde jaarrekeningen die zijn overgelegd bij brief van 30 augustus 2018 volgt dat [gedaagde 1] in 2008 en 2009 niet het gebruikelijke salaris van Afl. 4.000,00 heeft ontvangen, maar dat hij gelden via zijn rekening-courant-verhouding aan de vennootschap onttrok, teneinde aan zijn eigen verplichtingen te kunnen voldoen. Uit de nieuwe jaarstukken blijkt tevens dat [gedaagde 1] na verwerking van alle voorschotten nog een vordering heeft op de failliet van Afl. 49.121,00. Ook na verrekening van de privé opnames ten bedrage van
Afl. 14.989,79, is [gedaagde 1] niets verschuldigd aan de failliet. Dit heeft tot gevolg dat de vordering jegens [gedaagde 1] eveneens wordt afgewezen.
2.7
Hoewel de vorderingen van de curator afgewezen worden, acht het gerecht termen aanwezig om [gedaagde 1] in de proceskosten te veroordelen. [gedaagde 1] is als directeur-groot-aandeelhouder/bestuurder van Marathon Electronics N.V. er verantwoordelijk voor dat de jaarstukken van de vennootschap een getrouw beeld geven van de werkelijkheid. Vast staat dat onder zijn leiding jaarstukken zijn opgesteld die aan dit vereiste niet voldoen en die de curator op het verkeerde been hebben gezet en zij de onderhavige procedure heeft geëntameerd. In het licht hiervan acht het gerecht termen aanwezig om [gedaagde 1] in de kosten van de procedure te veroordelen. Bij de berekening van het salaris voor de gemachtigde wordt uitgegaan van tariefgroep 5, aangezien de vordering gebaseerd was op een illusoir bedrag.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
3.1
wijst het gevorderde af;
3.2
veroordeelt [gedaagde 1] in de kosten van de procedure, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op Afl. 3.740,00 griffierecht, Afl. 579,27 explootkosten en
Afl. 3.750,00 voor salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.