ECLI:NL:OGEAA:2018:405

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 juli 2018
Publicatiedatum
12 juli 2018
Zaaknummer
E.J. nr. AUA201800886
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de bekrachtiging van voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad voor een minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een vordering van het Openbaar Ministerie tot bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van een minderjarige aan de Voogdijraad. De minderjarige, geboren in 2010, was onttrokken aan het gezag van de moeder en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. De procedure begon met een vordering die op 3 april 2018 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 22 mei 2018, waar de officier van justitie, mr. Y. Pronk, en de moeder van de minderjarige aanwezig waren.

De feiten tonen aan dat de moeder van de minderjarige het ouderlijk gezag uitoefent, en dat het Openbaar Ministerie op 20 maart 2018 de minderjarige aan het gezag van de moeder heeft onttrokken. De wetgeving, specifiek artikel 1:272 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, stelt dat het Openbaar Ministerie het kind kan onttrekken aan het gezag van de ouder indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is. De bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing is tijdig gevorderd, waardoor deze nog van kracht is.

Echter, uit het rapport van de Voogdijraad en de mondelinge behandeling blijkt niet dat de wettelijke gronden voor de voorlopige toevertrouwing aanwezig zijn. Daarom heeft het gerecht besloten het verzoek van het Openbaar Ministerie af te wijzen. De beschikking is gegeven op 3 juli 2018 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 3 juli 2018
behorend bij E.J. nr. AUA201800886
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op vordering van
HET OPENBAAR MINISTERIE,
in Aruba,
vertegenwoordigd door de officier van justitie,
om bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing aan de voogdijraad
van de minderjarige:
[de minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2010 in Aruba,
van wie de moeder is:
[de moeder], de moeder,
wonende in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- de vordering ingediend op 3 april 2018,
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 22 mei 2018, alwaar zijn verschenen de officier van justitie, mr. Y. Pronk, de vertegenwoordigers van de Voogdijraad, mevrouw [medewerker], en de moeder van de minderjarige in persoon.
De

2.DE FEITEN

2.1
Ten aanzien van de minderjarige staat alleen het moederschap vast, zodat de moeder van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uitoefent.
2.2
Op 20 maart 2018 heeft het openbaar ministerie de aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Ingevolge artikel 1:272, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan het openbaar ministerie op grond van feiten die tot ontzetting of ontheffing - in een van de gevallen genoemd in artikel 1:268 lid 2 BW - van een ouder uit het gezag kunnen leiden, indien het dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, het kind aan het gezag van de ouder(s) onttrekken en alsdan voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwen. De toevertrouwing vervalt indien het openbaar ministerie niet binnen veertien dagen van de rechter haar bekrachtiging heeft gevorderd.
3.2
De bekrachtiging is tijdig gevorderd, zodat de toevertrouwing nog van kracht is.
3.3
Uit het door de Voogdijraad omtrent de uitgebrachte rapport noch uit het ter zitting besprokene blijkt dat de door de wet aangegeven gronden voor de voorlopige toevertrouwing bestaan, zodat het verzoek niet toewijsbaar is. Het verzoek zal derhalve worden afgewezen.
3.4
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven op 3 juli 2018 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.