In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een tussenvonnis in een civiele procedure over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen een man en een vrouw, die beiden in Aruba wonen. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.H.J. Kock, heeft de vrouw, aanvankelijk procederende in persoon en later vertegenwoordigd door mr. R. Marchena, aangeklaagd. De procedure is voortgevloeid uit eerdere tussenvonnissen en akten die door beide partijen zijn ingediend. De rechter heeft in dit tussenvonnis de standpunten van beide partijen opnieuw beoordeeld, met name met betrekking tot de verdeling van de echtelijke woning, de hypothecaire schuld, de inboedel en diverse vorderingen tussen de partijen. De rechter heeft bepaald dat de vrouw de echtelijke woning te koop moet zetten en dat de opbrengst gelijkelijk verdeeld zal worden na aftrek van de hypothecaire lening en eventuele belastingschulden. Daarnaast is er een beslissing genomen over de gebruikersvergoeding en de verdeling van de inboedel. De rechter heeft ook de vorderingen van de man en de vrouw ten aanzien van belastingrestituties en bankrekeningen beoordeeld, waarbij enkele vorderingen zijn afgewezen. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere akten en overlegging van bewijsstukken, waarbij de rechter heeft aangegeven dat verdere beslissingen worden aangehouden.