ECLI:NL:OGEAA:2018:431

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 juli 2018
Publicatiedatum
16 juli 2018
Zaaknummer
BB 2038 /AUA201702421
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag voor geleverde legal services en de verplichting tot schriftelijke bevestiging van uurtarief

In deze zaak, die op 4 juli 2018 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de naamloze vennootschap Advocatenkantoor […] N.V. (hierna: eiseres) betaling van Afl. 832,59 van de gedaagde, die een restaurant exploiteerde. De eiseres had legal services verricht voor de gedaagde, maar de gedaagde had de facturen onbetaald gelaten. De eiseres stelde dat de gedaagde tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst en dat zij recht had op betaling voor de verrichte werkzaamheden.

De gedaagde voerde verweer, maar de rechter oordeelde dat de gedaagde, als opdrachtgever, verplicht was te betalen voor de door de eiseres verrichte werkzaamheden. De rechter stelde vast dat er geen concrete afspraken waren gemaakt over het uurtarief en dat het op de weg van de eiseres lag om deze afspraken schriftelijk te bevestigen. Desondanks had de eiseres recht op een redelijk loon voor de verrichte werkzaamheden.

De rechter oordeelde dat de gedaagde de hoogte van de facturen niet had weersproken en dat de in rekening gebrachte bedragen niet buitenproportioneel waren. Daarom werd de vordering van de eiseres toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf 7 september 2017. De gedaagde werd ook veroordeeld in de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitgesproken door mr. Y.M. Vanwersch en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 4 juli 2018 (bij vervroeging)
Behorend bij BB 2038 /AUA201702421
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Advocatenkantoor […] N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: [eiseres],
procederend in naam van haar directeur,
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Gedaagde] exploiteerde een restaurant onder de naam [naam restaurant] bij [plaats].
2.2
Bij brief van 22 augustus 2014 heeft [gedaagde] de heer [naam heer] erop geattendeerd dat er aan het gehuurde een en ander mankeert en dat ze besloten heeft om de exploitatie van haar restaurant te staken.
2.2 [
eiseres] heeft bij brief van 9 september 2014 namens [gedaagde] [naam bedrijf] erop gewezen dat zij tekort schoot in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst, doch dat [gedaagde] bereid was met wederzijds goedvinden de huurovereenkomst met gesloten beurzen te beëindigen.
2.3 [
eiseres] heeft op 8 oktober 2014 een factuur gestuurd ad Afl. 229,74 en op 14 november 2014 ad Afl. 602,85.
2.4
Bij brief van 29 augustus 2017 heeft [eiseres] een betalingsherinnering gestuurd aan [gedaagde].
2.5 [
gedaagde] heeft de facturen onbetaald gelaten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te veroordelen tot betaling van Afl. 832,59, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 september 2017 tot de dag van voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2 [
eiseres] baseert de vordering erop dat zij legal services voor [gedaagde] heeft verricht, waarvoor [gedaagde] voor dient te betalen.
3.3 [
gedaagde] voert hiertegen verweer, dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag of [gedaagde] voor de door [eiseres] verrichte legal services dient te betalen.
4.2
Uit de door partijen overgelegde stukken volgt dat [gedaagde] [eiseres] heeft verzocht haar bij te staan in haar geschil met [naam bedrijf]. Voorts blijkt uit de overgelegde correspondentie dat [eiseres] een kort briefje heeft gestuurd aan [naam bedrijf], waarin wordt aangedrongen op een wederzijde beëindiging met gesloten beurzen. Wat er verder in deze zaak door [eiseres] is gedaan is onbekend, evenals de afloop van dit geschil. Het enkele feit dat in de ogen van [gedaagde] het gewenste resultaat niet is bereikt, heeft evenwel niet tot gevolg dat [gedaagde] ontslagen wordt uit haart betalingsverplichting.
4.3
In beginsel dient de opdrachtgever (lees [gedaagde]) te betalen voor de in haar opdracht door [eiseres] verrichte werkzaamheden. Hiervoor worden in de regel door de opdrachtgever en- nemer concrete afspraken gemaakt. In casu is gesteld noch gebleken dat [eiseres] en [gedaagde] een bepaald uurtarief zijn overeengekomen. Het lag op de weg van [eiseres], als professionele partij, om de met haar cliënten (en dus ook met [gedaagde]) gemaakte afspraken over het uurtarief en/of bijkomende kosten schriftelijk te bevestigen. Nu gesteld noch gebleken is dat [eiseres] dit heeft gedaan, heeft [eiseres] in beginsel recht op een redelijk loon voor de verrichte werkzaamheden.
4.4
Uit de bij conclusie van repliek overgelegde e-mails volgt dat tussen mr. [x] en mr. [y] correspondentie heeft plaats gevonden, teneinde het geschil op te lossen. Ook volgt uit de overgelegde e-mails dat [gedaagde] op de hoogte was van het feit dat mr. [z] namens haar trachtte tot een vergelijk te komen met [naam bedrijf]. De stelling dat [eiseres] niets heeft gedaan is dan ook in tegenspraak met de overgelegde stukken.
Dit heeft tot gevolg dat [gedaagde] aan [eiseres] een redelijk loon verschuldigd is. Nu [gedaagde] de hoogte van beide facturen niet heeft weersproken en de in rekening gebrachte bedragen niet buitenproportioneel zijn, zal het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 september 2017 worden toegewezen.
4.5 [
gedaagde] wordt nu zij in het ongelijk is gesteld in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van Afl. 832,59, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 september 2017 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
5.2
veroordeelt [gedaagde] de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiseres] begroot op Afl. 100,00 aan griffierecht Afl. 200,00 aan salaris van de gemachtigde;
5.3
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd (bij vervroeging) uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag van 4 juli 2018 in aanwezigheid van de griffier.