ECLI:NL:OGEAA:2018:451
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis inzake getuigenverhoor en bewijsstukken in strafzaak
In de zaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en thans gedetineerd, heeft het onderzoek ter openbare terechtzitting plaatsgevonden op 2 maart 2018. De verdachte was aanwezig, bijgestaan door zijn raadslieden, mrs. V.A.V. Carlo en D.G. Illes. De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 25 jaren, met aftrek van voorarrest. De zaak betreft onder andere de inbeslagname van een mobiele telefoon en geldbedragen. Tijdens de zitting hebben benadeelde partijen vorderingen tot schadevergoeding ingediend.
Na sluiting van het onderzoek bleek dat het niet volledig was geweest, waardoor de rechter zich onvoldoende voorgelicht achtte. Het gerecht heeft besloten het onderzoek te hervatten op 20 april 2018 om getuige [getuige] te horen. Tevens is er een verzoek gedaan aan de rechter-commissaris om een bevel tot uitlevering van originele bankafschriften van de verdachte te geven aan de Caribbean Mercantile Bank N.V. De benadeelde partijen zullen ook de gelegenheid krijgen om het testament van het slachtoffer en een verklaring van erfrecht te overleggen.
De beslissing is gebaseerd op artikel 390 van het Wetboek van Strafvordering. Het gerecht heeft de hervatting van het onderzoek bevolen, de oproeping van getuige [getuige] en de overdracht van stukken aan de rechter-commissaris voor het verkrijgen van bankafschriften. Dit tussenvonnis is uitgesproken door rechter mr. E.M.D. Angela op 16 maart 2018.