ECLI:NL:OGEAA:2018:50

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 januari 2018
Publicatiedatum
14 februari 2018
Zaaknummer
K.G. 2062 van 2017 / AUA201702477
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming van woonruimten door huurder

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de stichting Fundacion Cas pa Comunidad Arubano (FCCA) een kort geding aangespannen tegen een gedaagde huurder. FCCA vordert ontruiming van de door gedaagde gehuurde woonruimten, omdat gedaagde sinds medio 2017 het gehuurde niet meer zelf in gebruik heeft genomen. De gedaagde heeft aangevoerd dat zij bang is om met haar vier kinderen in de woning te verblijven, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat dit niet betekent dat zij niet aan haar verplichtingen uit de huurovereenkomst hoeft te voldoen.

De rechter heeft vastgesteld dat FCCA voldoende belang heeft bij de ontruiming, omdat zij de woning ter beschikking wil stellen aan andere woningzoekenden die op de wachtlijst staan. De rechter heeft de vordering van FCCA toegewezen en gedaagde veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen. Tevens is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van FCCA, die zijn begroot op een totaalbedrag van Afl. 450 aan griffierecht, Afl. 238,05 aan explootkosten en Afl. 1.500 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 24 januari 2018.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 24 januari 2018
Behorend bij K.G. 2062 van 2017 / AUA201702477
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
te Aruba,
hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
procederend in persoon.

DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de akte zijdens FCCA, ingediend op 11 oktober 2017;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 13 oktober 2017;
- de mededeling ter (rol)zitting van 29 november 2017 dat partijen niet tot een regeling zijn gekomen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
xGedaagde] huurt van FCCA woonruimten te [adres].
2.2
Op grond van de op de huurovereenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden is [Gedaagde] verplicht het gehuurde zelf te bewonen.
2.3
Sinds medio 2017 heeft [Gedaagde] het gehuurde niet meer zelf in gebruik. Dat hangt samen met de omstandigheid dat [Gedaagde] in de woning bang is geworden.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
FCCA vordert – kort gezegd – ontruiming van het gehuurde, met veroordeling van [Gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
FCCA grondt de vordering erop dat [Gedaagde] tekortschiet in de nakoming van de hierboven genoemde verbintenissen.
3.3
[Gedaagde] voert hiertegen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
De voorzieningenrechter neemt van [Gedaagde] aan dat zij bang is om met haar vier kinderen in de woning te verblijven. Dat betekent echter niet dat zij zich niet aan de verplichting om het gehuurde zelf te gebruiken hoeft te houden.
4.2
Dat [Gedaagde] graag een andere woning van FCCA wil huren is begrijpelijk maar ook dat bekent niet dat zij de gehuurde woning niet hoeft te bewonen en een rechtens te respecteren belang heeft om de huurovereenkomst voort te zetten in de hoop of de verwachting dat FCCA een andere woning aan haar kan verhuren. Overigens heeft FCCA toegezegd daarover met [Gedaagde] in overleg te treden maar kennelijk heeft dat niks opgelost.
4.3
FCCA wil de woning ter beschikking stellen aan (andere) woningzoekenden die nu op de wachtlijst staan. Daarbij heeft zij, gezien haar doelomschrijving, voldoende belang. Voldoende aannemelijk is ook dat FCCA daarbij spoedeisend belang heeft. De vordering
zal daarom worden toegewezen. Gegeven de omstandigheid dat [Gedaagde] niet in de woning woont kan worden volstaan met een korte ontruimingstermijn.
4.4
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [Gedaagde] de proceskosten van FCCA moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt [Gedaagde] om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde [adres] te ontruimen met alle personen en goederen die zich daarin bevinden;
veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van FCCA worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 238,05 aan explootkosten en Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 januari 2018 in aanwezigheid van de griffier.