ECLI:NL:OGEAA:2018:546
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-tijdige indiening van beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar in het bestuursrecht
In deze zaak heeft appellant op 4 maart 2016 bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, waarin zijn verzoek om verlening van een verblijf- en werkvergunning op 26 februari 2016 was afgewezen. Appellant heeft op 16 maart 2018 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn bezwaar. De minister heeft op 17 augustus 2018 een verweerschrift ingediend. De uitspraak is gedaan op 17 september 2018.
Het gerecht heeft overwogen dat appellant niet tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar. De beroepstermijn, zoals vastgelegd in de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), was overschreden. Appellant had zijn beroepschrift uiterlijk op 22 juli 2016 moeten indienen, maar dit is pas op 16 maart 2018 gebeurd. Appellant heeft geprobeerd aan te tonen dat hij het beroepschrift zo spoedig mogelijk heeft ingediend, maar het gerecht oordeelde dat de Lar geen grondslag biedt voor het standpunt van appellant dat de termijn opnieuw begint te lopen na een herhaald verzoek om een beslissing op bezwaar.
Gelet op deze overwegingen heeft het gerecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechter heeft appellant instructies gegeven voor het indienen van een hoger beroepschrift, inclusief het vereiste griffierecht van Afl. 75. De uitspraak is gedaan door mr. E.M.D. Angela en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.