ECLI:NL:OGEAA:2018:565

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 september 2018
Publicatiedatum
1 oktober 2018
Zaaknummer
1120 van 2017/AUA201700975
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldvordering uit hoofde van aanneemwerkzaamheden tussen Arkro Construction Engineering Consultancy N.V. en M2I Construction

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vordert de naamloze vennootschap Arkro Construction Engineering Consultancy N.V. (hierna: Arkro) betaling van een bedrag van Afl. 15.572,39 van de gedaagde partij, M2I Construction, naar aanleiding van aanneemwerkzaamheden die Arkro heeft verricht. De werkzaamheden omvatten onder andere dak- en gevelwerk aan een woning. De gedaagde heeft een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van de aanneemovereenkomst wegens bedrog en dwaling, en heeft schadevergoeding geëist. Arkro heeft de vordering van de gedaagde betwist en is bereid de overeenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, mits betaling van het gevorderde bedrag.

De procedure omvatte verschillende conclusies van partijen, waarbij Arkro haar vordering heeft onderbouwd met facturen en een statement. De gedaagde heeft verweer gevoerd en in reconventie een bedrag van Afl. 390,24 gevorderd, stellende dat zij te veel heeft betaald. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de vordering van Arkro onvoldoende feitelijk is onderbouwd en heeft behoefte aan een heldere toelichting per openstaande post. Een comparitie van partijen is gelast om verdere inlichtingen te verkrijgen en de mogelijkheid van een minnelijke regeling te onderzoeken.

De uitspraak van het Gerecht benadrukt dat de opdrachtgever een redelijk loon dient te betalen voor de verrichte werkzaamheden en dat de partijen zich moeten voorbereiden op de comparitie. Het Gerecht heeft de verdere beslissing aangehouden en een datum voor de comparitie vastgesteld.

Uitspraak

Vonnis van 19 september 2018
Behorend bij A.R. 1120 van 2017/AUA201700975
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARKRO CONSTRUCTION ENGINEERNG CONSULTANCY N.V.,
h.o.d.n.
M2I CONSTRUCTION,
gevestigd te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Arkro,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena,
tegen:
[Gedaagde],
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. R. Kock.

1.DE PROCEDURE

In conventie en reconventie
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties in conventie.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

in conventie en reconventie
2.1
Arkro heeft in opdracht van [gedaagde] aanneemwerkzaamheden, waaronder dak- en gevelwerk, verricht aan de woning te [adres].
2.2
Bij brief van 28 juni 2016 heeft [gedaagde] een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van de aanneemovereenkomst wegens bedrog c.q. dwaling en aanspraak gemaakt op schadevergoeding.
2.3
Bij brief van 25 juli 2016 heeft Arkro betwist dat er sprake is van bedrog c.q. dwaling. Arkro is evenwel bereid de aanneemovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, mits [gedaagde] een bedrag ad Afl. 15.572,39 betaalt.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie
3.1
Arkro vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag ad Afl. 15.572,39, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2016, met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten (waaronder de beslagkosten) en vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten, indien deze niet binnen 8 dagen na betekening van dit vonnis zijn betaald.
3.2
Arkro heeft ter onderbouwing van haar vordering een statement van 20 juni 2016 alsmede de onderliggende facturen #[factuurnummers 1], #[factuursnummers 2], #[factuurnummers 3] en #[factuurnummers 4] overgelegd.
3.3 [
gedaagde] voert hiertegen verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.
in reconventie
3.4 [
gedaagde] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Arkro te veroordelen betaling van een bedrag ad Afl. 390,24, te vermeerderen met de wettelijke rente en tot vergoeding van schade, op te maken bij staat, met veroordeling van Arkro tot vergoeding van de proceskosten.
3.5 [
gedaagde] grondt de vordering erop dat zij te veel heeft betaald.
3.6
Arkro voert tegen de vordering in reconventie verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

in conventie en reconventie
4.1
Aan de orde is de vraag of [gedaagde] uit hoofde van de tussen partijen tot stand gekomen aanneemovereenkomst nog iets verschuldigd is aan Arkro. Voorop wordt gesteld dat - indien de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst onvoldoende helderheid verschaft - Arkro recht heeft op een redelijke betaling voor de door haar verrichte werkzaamheden en de ten behoeve van [gedaagde] aangeschafte materialen.
4.2
Als het gerecht het goed begrijpt vordert Arkro betaling van:
- een openstaand bedrag ad Afl. 475,73 van factuur #[factuurnummers 1];
- een openstaand bedrag ad Afl. 987,34 van factuur #[factuurnummers 2];
- een openstand bedrag van Afl. 5.513,79 van factuur #[factuurnummers 3];
- de volledige factuur #[factuurnummers 4] ad Afl. 10.058,60.
In totaal komt dit neer op een bedrag van Afl. 17.035,46. Arkro vordert echter een bedrag van Afl. 15.572,39. Het is het Gerecht onduidelijk hoe dit bedrag zich verhoudt tot de openstaande facturen. [gedaagde] is daarentegen van mening dat zij te veel heeft betaald.
4.3
Wat hier verder ook van zij, het gerecht is van oordeel dat de vordering onvoldoende feitelijk is onderbouwd en heeft behoefte aan een heldere toelichting per openstaande post. Arkro zal derhalve dienen toe te lichten hoe het gevorderde bedrag is opgebouwd, nu dit niet overeenstemt met de optelsom van de openstaande bedragen corresponderend bij de hiervoor vermelde facturen. Om deze reden wordt een comparitie van partijen gelast.
4.4
Met het oog op deze comparitie overweegt het gerecht voorts dat aan de stelling van [gedaagde] dat Arkro gehouden was de materialen bij […] in te kopen voorbij zal gaan. Deze pretense afspraak is gemotiveerd weersproken en wordt niet ondersteund door de overgelegde stukken. Daar komt bij dat het ongebruikelijk is dat de opdrachtgever bepaalt waar de materialen gekocht worden. In de regel offreert de aannemer een lumpsum, inclusief materiaal- en arbeidskosten vermeerderd met een opslag. De opdrachtgever kan deze offerte aanvaarden of weigeren. In casu heeft [gedaagde] de offerte geaccepteerd. Nu uit de stellingen van partijen volgt dat van de offerte is afgeweken, zullen de feitelijk uitgevoerde werkzaamheden bepalend zijn voor de vraag welk bedrag [gedaagde] verschuldigd is.
4.5
Ten aanzien van de betaling van [gedaagde] van een bedrag ad AWG 3.850,00 aan [naam X], wordt als volgt overwogen. Met Arkro is het gerecht van oordeel dat [gedaagde] op 2 juni 2016, toen de werkers het werk hadden neergelegd, direct contact had moeten opnemen met Arkro. Arkro was haar contractspartij en verantwoordelijk voor de betaling van haar onderaannemers. Zelfs indien [gedaagde] gevolgd wordt in haar stelling dat de werkers aangemerkt dienen te worden als werknemers van Arkro - welke stelling door het gerecht niet wordt onderschreven - was de betaling aan [naam X] geheel onverschuldigd. Daar komt bij dat Arkro gemotiveerd heeft gesteld dat zij [naam X] niets verschuldigd was. Dit heeft Arkro ook per e-mail van 3 juni 2016 aan [gedaagde] meegedeeld. Met Arkro is het gerecht dan ook van oordeel dat de betaling van 2 juni 2016 aan [naam X] voor rekening en risico komt van [gedaagde] en niet in mindering strekt op de vordering van Arkro op haar. Dit zal eveneens uitgangspunt zijn tijdens de comparitie van partijen. Overigens heeft [gedaagde] onverschuldigd betaald aan Benjamin [naam X] en kan zij dit bedrag van hem terug vorderen.
4.6
Bij een geschil, zoals het onderhavige, geldt zoals overwogen dat de opdrachtgever een redelijk loon dient te betalen voor het werk dat door de aannemer is verricht alsmede een redelijk bedrag voor de materialen die zijn aangeschaft. Ook dit zal uitgangspunt zijn bij de behandeling van het geschil ter gelegenheid van de comparitie van partijen.
4.7
Het gerecht wijst partijen erop dat het uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen – ook in het nadeel van die partij – kan maken die het geraden zal achten.
4.8
De partij die zich ter comparitie op bescheiden wil beroepen, dient die stukken (niet zijnde pleitnota’s, want die worden - óók ter zitting - niet toegelaten) in afwijking van 9 Procesreglement, uiterlijk één week vóór de zitting, in fotokopie aan de wederpartij en aan de griffier van het gerecht over te leggen.
4.9
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip te verschijnen, dient, in afwijking van het bepaalde in artikel 10 Procesreglement, binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan ondergetekende rechter onder opgave van redenen een verzoek om uitstel in te dienen. Bij het verzoek om uitstel dienen tevens de verhinderdata te worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval moet de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan ondergetekende rechter een verzoek om uitstel doen.
4.1
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen en/of ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, op
vrijdag 16 november 2018 om 10.00 uurin een nader aan te duiden zaal van het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat 51, Oranjestad, Aruba;
5.2
bepaalt dat de partijen dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en ofwel rechtens ofwel op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen en eventueel een vaststellingsovereenkomst te sluiten,
5.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 september 2018 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.[1] Zie onderaan bijlage Formele relaties
2.[2] Zie onderaan bijlage Overzicht rechtsgebieden
3.[3] Zie onderaan bijlage Bijzondere kenmerken van uitspraak