ECLI:NL:OGEAA:2018:61
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toestemming tot doorhaling van geboorteakte van een levenloos geboren kind
Op 23 januari 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het Openbaar Ministerie had op 14 juli 2017 gevorderd dat de rechter gelast dat de akte van een levenloos geboren kind, geregistreerd onder nummer [nummer] van het registerjaar 2017, zou worden doorgehaald. Dit verzoek was gedaan naar aanleiding van de geboorte en het overlijden van het kind, dat op [geboortedatum] 2017 om 4:41 uur werd geboren en om 4:52 uur op dezelfde dag is overleden.
De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, met name artikel 1:24 lid 1 en artikel 19i. Volgens artikel 1:24 lid 1 kan de rechter de doorhaling van een akte gelasten als deze ten onrechte in het register van de burgerlijke stand voorkomt. Artikel 19i stelt dat wanneer een kind levenloos ter wereld is gekomen, er een akte van overlijden moet worden opgemaakt. In dit geval bleek uit de overgelegde documenten dat het kind niet levenloos was geboren, maar daadwerkelijk was overleden na de geboorte.
Op basis van deze bevindingen heeft het gerecht besloten dat de akte van levenloos geboren kind ten onrechte in het register van overlijden was opgenomen en gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om deze akte door te halen. Deze beschikking is gegeven door rechter E.M.D. Angela in tegenwoordigheid van de griffier.