ECLI:NL:OGEAA:2018:610
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over opheffing van beslag op onroerend goed
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de erven van een overleden persoon (hierna: de erflater) een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap Kong Hing Wholesale N.V. De erven vorderen de opheffing van een conservatoir beslag dat door Kong Hing is gelegd op een perceel dat toebehoorde aan de erflater. Het beslag werd gelegd in 2002, maar de erven hebben pas recent kennisgenomen van het bestaan ervan. De erven stellen dat het beslag onterecht is, omdat de vordering waarvoor het beslag is gelegd inmiddels niet meer bestaat. Kong Hing heeft verweer gevoerd en stelt dat de vordering nog steeds bestaat.
Tijdens de zittingen op 6 juli en 14 september 2018 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechter heeft vastgesteld dat de erven gezamenlijk de erfgenamen zijn van de erflater en dat het beslag op het perceel in Aruba is gelegd. De rechter heeft ook vastgesteld dat er geen recente actie is ondernomen door Kong Hing met betrekking tot het beslag, wat de erven in hun vordering ondersteunt.
De rechter heeft geoordeeld dat het beslag moet worden opgeheven, omdat de vordering waarvoor het beslag is gelegd niet meer bestaat en omdat het beslag de erven ernstig beperkt in hun eigendomsrechten. Kong Hing is veroordeeld in de proceskosten van de erven. Het vonnis is uitgesproken op 3 oktober 2018 en is uitvoerbaar bij voorraad.