ECLI:NL:OGEAA:2018:631

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 oktober 2018
Publicatiedatum
29 oktober 2018
Zaaknummer
AUA201802693
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van appartement in kort geding na overlijden van eigenaar

In deze zaak, die op 24 oktober 2018 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een kort geding waarin eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. de Bie, vordert dat gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.G. Dowers-Alders, het appartement dat zij bewoont, ontruimt. Eiseres stelt dat zij de eigendom van het appartement heeft verkregen van haar overleden zus, [naam overdrager], die op 27 augustus 2017 is overleden. De overeenkomst tussen [naam overdrager] en eiseres dateert uit februari 2016, waarbij het appartement onder voorbehoud van een levenslang zakelijk recht van gebruik en bewoning aan eiseres is verkocht. Gedaagde, de zus van [naam overdrager], heeft toestemming gekregen om het appartement vrij van huur te bewonen, maar weigert nu het appartement te ontruimen na een sommatie van eiseres op 8 augustus 2018.

Tijdens de zitting op 28 september 2018 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiseres stelt dat gedaagde zonder recht of titel het appartement bewoont, terwijl gedaagde verweer voert en een ontruimingstermijn van één jaar verzoekt. Het Gerecht oordeelt dat eiseres op rechtsgeldige wijze de eigendom van het onroerend goed heeft verkregen en dat gedaagde sinds het overlijden van [naam overdrager] het appartement zonder recht of titel bewoont. Het Gerecht wijst de vordering van eiseres toe en beveelt gedaagde om het appartement binnen twee maanden te ontruimen, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.

De beslissing van het Gerecht benadrukt dat de deurwaarder de ontruiming moet uitvoeren en dat eiseres geen machtiging nodig heeft om de ontruiming zelf te bewerkstelligen. De kosten van de procedure worden begroot op Afl. 668,64 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde van eiseres. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 24 oktober 2018
Behorend bij K.G. no. AUA201802693
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het kort geding tussen:
[Eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. A. de Bie,
tegen:
[gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. P.G. Dowers-Alders.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 28 september 2018.
1.2
Partijen zijn toen ter zitting verschenen samen met hun respectieve gemachtigden. Zij hebben in twee termijnen het woord gevoerd, [eiseres] mede aan de hand van een overgelegde pleitnota, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
gedaagde] is de (tweeling)zus van wijlen [naam overdrager] (hierna: [naam overdrager), overleden op 27 augustus 2017.
2.2 [
naam overdrager] en [eiseres] hebben in de maand februari 2016 een overeenkomst gesloten krachtens welke [naam overdrager] de aan haar toebehorende in Aruba te [adres] gelegen woning met appartement (hierna: het onroerend goed) onder voorbehoud van het levenslang zakelijk recht van gebruik en bewoning ten behoeve van haarzelf heeft verkocht aan [de eiseres] tegen een koopprijs van
Afl. 183.876,--, de facto te betalen in natura door te leveren zorg van [eiseres] aan de hulpbehoevende [naam overdrager]
2.3
Op 15 augustus 2016 heeft [naam overdrager] het onroerend goed bij akte, verleden voor notaris [notaris], onder de bijzondere last van voormeld zakelijk recht geleverd aan [eiseres].
2.4
Dokter [naam arts] heeft op 8 september 2015 schriftelijk verklaard dat [naam overdrager] in staat was om haar wil te bepalen. Voornoemde notaris heeft voor de levering van het onroerend goed meermalen onder vier ogen gesproken met [naam overdrager] om vast te stellen dat zij haar wil kon bepalen.
2.5
Ten tijde van voormelde verkoop en levering woonde [gedaagde] in voormeld appartement (hierna: het appartement). [gedaagde] had toestemming verkregen van [naam overdrager] om het appartement vrij van huur te bewonen.
2.6
Na eerdere mondelinge en schriftelijke verzoeken dienaangaande heeft [eiseres] bij brief van 8 augustus 2018 [gedaagde] gesommeerd om het appartement uiterlijk op 31 augustus 2018 te verlaten daar zij daar (volgens [eiseres]) zonder recht of titel woonde.
2.7 [
de gedaagde] weigert het appartement te ontruimen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres] vordert dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij vonnis:
-[gedaagde] beveelt het appartement op de kortst mogelijke te ontruimen met alle daarin van harentwege aanwezige personen en goederen en met achterlating van alle niet aan haar toebehorende goederen, en onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [eiseres], met machtiging aan [eiseres] om bij gebreke hiervan de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm;
-[ gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.2 [
gedaagde] voert verweer dat strekt tot afwijzing van het door [eiseres] verzochte. In geval van toewijzing van de vordering verzoekt [gedaagde] een ontruimingstermijn van één jaar.
3.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiseres] bij de haar verzochte ontruiming ligt besloten in de aard van dat verzoek.
4.2
Het Gerecht is in het licht van voormelde vaststaande feitelijkheden voorshands van oordeel dat [eiseres] - anders dan [gedaagde] stelt - op rechtsgeldige wijze de eigendom heeft verkregen van het onroerend goed, waaronder begrepen het appartement. Gesteld noch is gebleken dat de tussen [gedaagde] en haar zus [naam overdrager] gemaakte afspraak, op grond waarvan [gedaagde] het appartement vrij van huur bewoonde, op enig moment zakelijke werking heeft verkregen. Dat brengt met zich dat die afspraak gold tussen [gedaagde] en haar zus, doch niet tussen [de gedaagde] en [eiseres]. Dat [eiseres] die afspraak - nadat zij de eigendom van het onroerend goed had verkregen - tot aan het overlijden van [naam overdrager] (die na de overdracht van het onroerend goed aan [de eiseres] tot aan haar overlijden het onroerend goed - samen met [eiseres] - heeft bewoond) heeft gerespecteerd, maakt dat niet anders. Gesteld noch is gebleken in dat verband in elk geval dat [gedaagde] en [eiseres] op enig moment zijn overeengekomen dat [gedaagde] het appartement voor onbepaalde tijd (om niet) mag gebruiken en bewonen.
4.3
Vorenstaande brengt naar het voorlopig oordeel van het Gerecht mee dat [gedaagde] in elk geval vanaf het overlijden van haar zus [naam overdrager] het appartement zonder recht of titel bewoont en/of gebruikt. Bij die stand van zaken valt in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat de ontruimingsvordering van [eiseres] zal worden toegewezen, met inachtneming van een ontruimingstermijn van twee maanden, die te dezen als redelijk heeft te gelden. In het licht van die verwachting zal de thans door [eiseres] verzochte voorziening worden toegewezen als na te melden, waarbij het volgende heeft te gelden.
4.4
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv volgt dat [eiseres] de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. [eiseres] heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen indien [gedaagde] niet vrijwillig tot nakoming daarvan overgaat. In het licht daarvan heeft [eiseres] derhalve geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder wordt betekend aan [gedaagde], en dat aan [gedaagde] overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv bevel wordt gedaan om binnen drie dagen (na ommekomst van de aan haar bij dit vonnis gegunde ontruimingstermijn dus) te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien de deuren van het te ontruimen pand gesloten zijn of de opening daarvan geweigerd wordt. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de instrumenterende deurwaarder problemen, dan kan hij op de voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening - zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is - bijstand van de politie inroepen. In het licht van dit alles valt van de bodemrechter het oordeel te verwachten dat dit onderdeel van het door [eiseres] verzochte moet worden afgewezen. Dat betekent dat dit onderdeel van de thans door [eiseres] verzochte voorziening zal worden afgewezen.
4.5
Afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [gedaagde] bij afwijzing van het door [eiseres] verzochte ten opzichte van de belangen van [eiseres] bij de navolgende toewijzing daarvan.
4.6 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op (450,- + 218,64 =) Afl. 668,64 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-beveelt [gedaagde] het in Aruba te [adres] gelegen aan [eiseres] in eigendom toebehorende appartement binnen twee (2) maanden na de uitspraak van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle zich daarop of aldaar van harentwege bevindende goederen en personen en met achterlating van alle niet aan haar toebehorende goederen, en onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [eiseres];
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 668,64 aan verschotten en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.