In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 16 oktober 2018, is een verzoek behandeld van de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena, tot wijziging van het gezag over zijn twee minderjarige kinderen, geboren in 2001 en 2004. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.M. Canwood, was ook aanwezig. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 23 april 2018 was ingediend, gevolgd door een verhoor van de minderjarigen op 3 september 2018 en een mondelinge behandeling op 4 september 2018.
De feiten van de zaak tonen aan dat de ouders in 2005 zijn gescheiden, waarbij de moeder het alleenrecht op het gezag over de kinderen kreeg. De vader verzocht nu om gezamenlijk gezag en om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem te bepalen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de minderjarige [naam minderjarige 1] bij de moeder zou blijven wonen, terwijl [naam minderjarige 2] bij de vader zou verblijven. De Voogdijraad was ook aanwezig en steunde het verzoek om gezamenlijk gezag.
De rechter oordeelde dat gezamenlijk gezag in het belang van de minderjarigen was en besloot dat de vader en moeder voortaan gezamenlijk het gezag over de kinderen zouden uitoefenen. Daarnaast werd de bijdrage van de vader in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige Ian vastgesteld op Afl. 500,- per maand, met ingang van 1 oktober 2018. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.