ECLI:NL:OGEAA:2018:684

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 november 2018
Publicatiedatum
19 november 2018
Zaaknummer
EJ nr. 2608 van 2017/AUA201703233
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging erkenning van een minderjarige door de niet-biologische vader

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 13 november 2018, is het verzoek van de man tot vernietiging van de erkenning van de minderjarige behandeld. De man, die in persoon procedeerde, had eerder op 3 april 2018 een verzoek ingediend, maar het gerecht oordeelde dat niet was komen vast te staan dat hij door bedreiging, dwaling of bedrog was bewogen tot de erkenning. Dit leidde tot de conclusie dat de man niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn verzoek, zoals bepaald in artikel 1:205 lid 1 aanhef en onder b en lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

De Voogdijraad, vertegenwoordigd door een bijzondere curator, heeft tijdens de zitting aangegeven dat zij niet namens de minderjarige een verzoek tot vernietiging van de erkenning door de man zal indienen, omdat zij dit niet in het belang van de minderjarige achten. Het gerecht heeft vastgesteld dat de man niet de biologische vader is van de minderjarige, en volgens artikel 1:205 lid 4 BW kan de minderjarige zelf tot uiterlijk vijf jaren na haar meerderjarigheid een verzoek tot vernietiging van de erkenning indienen.

Uiteindelijk heeft het gerecht op 13 november 2018 de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek, waarmee de erkenning van de minderjarige door de man in stand blijft. Deze beschikking is gegeven door rechter E.M.D. Angela in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 13 november 2018
Behorend bij EJ nr. 2608 van 2017/AUA201703233
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende in Aruba, [adres],
VERZOEKER, hierna te noemen: de man,
procederend in persoon,
tegen
[verweerster],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen: de moeder,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige]de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van dit gerecht van 3 april 2018;
  • de akte uitlating zijdens de bijzondere curator, ingediend op 20 augustus 2018;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 2 oktober 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder en de man in persoon en namens de Voogdijraad mevrouw mr. [naam vertegenwoordiger].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Bij beschikking van 3 april 2018 is reeds overwogen dat niet is komen vast te staan dat de man door bedreiging, dwaling of bedrog, of (tijdens zijn minderjarigheid) door misbruik van omstandigheden is bewogen tot erkenning van de minderjarige. Dat betekent dat de man, gelet op artikel 1:205 lid 1 aanhef en onder b en lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW), niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek.
2.2
De Voogdijraad heeft ter zitting aangevoerd dat zij niet namens de minderjarige een verzoek tot vernietiging van de erkenning door de man zal indienen. Zij achten dat niet in het belang van de minderjarige.
2.3
Gelet op het voorgaande kan alleen de minderjarige een verzoek doen tot vernietiging van de erkenning door de man. Vaststaat dat de man niet de biologische vader is van de minderjarige. Ingevolge artikel 1:205 lid 4 BW kan zij tot uiterlijk vijf jaren nadat zij meerderjarig is geworden zelf een verzoek tot vernietiging van de erkenning van de man indienen.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 13 november 2018 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.