ECLI:NL:OGEAA:2018:708

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 november 2018
Publicatiedatum
3 december 2018
Zaaknummer
3273 van 2008
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nakoming van de koopovereenkomst en schadevergoeding bij bouwgeschil

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een geschil tussen de vennootschap Strong Cactus Ltd en Tierra del Sol Real Estate N.V. over de nakoming van een koopovereenkomst met betrekking tot de bouw van een woning. Strong Cactus stelt dat er uitdrukkelijke afspraken zijn gemaakt over de bouwspecificaties van de woning, waaronder de hoogte en de ligging ten opzichte van de weg. De procedure heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij eerdere vonnissen en getuigenverklaringen zijn ingediend. Het Gerecht heeft vastgesteld dat TDS niet heeft voldaan aan de gemaakte afspraken, wat leidt tot meerdere toerekenbare tekortkomingen aan de zijde van TDS. Hierdoor kan Strong Cactus niet in verzuim komen voor haar betalingsverplichtingen, wat de ontbinding van de koopovereenkomst door TDS ongeldig maakt. Het Gerecht heeft Strong Cactus in de gelegenheid gesteld om aan te geven of zij de koopovereenkomst heeft ontbonden en om schadevergoeding te vorderen. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen.

Uitspraak

Vonnis van 14 november 2018
Behorend bij A.R. no. 3273 van 2008
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de hoofdzaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
STRONG CACTUS LTD,
gedomicilieerd ten kantore van haar in Aruba kantoorhoudende gemachtigde,
eiseres,
hierna ook te noemen: Strong Cactus,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
TIERRA DEL SOL REAL ESTATE N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: TDS,
gemachtigde: voorheen de advocaat mr. M.G.M. Schwengle, thans de advocaat mr. M. Bemer.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 20 augustus 2014 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-het door de rechtbank Noord-Holland opgemaakte proces-verbaal van bewijslevering (rogatoir) van 27 januari 2015;
-de na de sluiting van de enquête genomen uitlating zijdens TDS, inhoudende de mededeling dat zij afziet van contra-enquête;
-de door Strong Cactus genomen conclusie na enquête;
-de op 22 augustus 2018 door TDS genomen antwoordconclusie na enquête, met producties.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.
2. DE VERDERE BEOORDELING
2.1
De thans te beantwoorden vraag is of Strong Cactus het bewijs heeft geleverd van haar stellingen dat partijen uitdrukkelijk waren overeengekomen dat (1) TDS het spiegelbeeld van de thans gebouwde woning voor Strong Cactus zou bouwen, (2) de woning aan de rechterkant van het perceel en zo dicht mogelijk aan de weg moest worden opgetrokken, en (3) dat de voorkant van de woning hoger zou komen te liggen dan de weg.
2.2
Bij de beantwoording van voormelde vraag wordt vooropgesteld dat in het begrip “
uitdrukkelijk waren overeengekomen” ligt besloten dat partijen specifiek over bovenvermelde punten met elkaar hebben gesproken en dienaangaande tot afspraken zijn gekomen, althans dat Strong Cactus er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat dit het geval was. Verder wordt voorop gesteld dat alle stellingen van TDS die niet zien op verklaringen van getuigen (zoals bijvoorbeeld vertegenwoordigingsperikelen en artikel 21 van de koopovereenkomst (welk artikel overigens naar het oordeel van het Gerecht enkel ziet op het voorkomen van bewijsproblemen)) buiten beschouwing gelaten worden omdat Strong Cactus daarop niet meer heeft kunnen reageren. Hetzelfde geldt voor de bij de antwoordconclusie na enquête door TDS overgelegde productie. Verder wordt voorop gesteld dat partijgetuigenbewijs, zo daar in dit geval al sprake van is met betrekking tot getuige [getuige 1], wel degelijk bewijs in het voordeel van Strong Cactus kan opleveren indien naast de partijgetuigenverklaringen aanvullende of ondersteunende bewijzen voorhanden zijn die zodanig sterk zijn en zodanig essentiële punten betreffen dat zij de partijgetuigenverklaring voldoende geloofwaardig maken. Hierbij heeft overigens te gelden dat het Wetboek van Rechtsvordering van Aruba geen soortgelijk artikel kent als het tweede lid van artikel 164 RvNed - dat bepaalt dat indien een partij als getuige is gehoord haar verklaring omtrent het door haar te bewijzen feiten geen bewijs in haar voordeel opleveren, tenzij die verklaring strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs -, op welk artikel TDS zich blijkbaar beroept.
2.3.1
De hiervoor onder 2.1 vermelde vraag moet naar het oordeel van het Gerecht om het volgende bevestigend worden beantwoord. Getuige [getuige 1] heeft onder meer het volgende verklaard: “
Wat er nu staat, is het spiegelbeeld van wat er had moeten staan. Mijn echtgenote en ik hebben voor Strong Cactus met TDS afgesproken dat het spiegelbeeld zou worden gebouwd van wat er thans staat. Voor wat betreft de ligging van de woning op het perceel is tussen Strong Cactus en TDS afgesproken dat de woning van voren gezien zoveel mogelijk naar rechts zal worden gebouwd. Verder was afgesproken dat de woning zoveel mogelijk richting weg zal worden gebouwd, aan de voorkant dus. Voorts is met TDS afgesproken dat de woning ten opzichte van de weg zo hoog mogelijk zou komen te liggen. TDS zei dat dit niet kon, maar TDS zei wel dat ze de woning in elk geval 60 centimeter hoger dan het niveau van de weg zou bouwen.”.
2.3.2
Voormelde verklaring van [getuige 1] wordt naar het oordeel van het Gerecht ondersteund door de in Haarlem rogatoir gehoorde getuige [getuige 2], die tot september 2005 heeft gewerkt voor TDS als architect project manager. Hetzelfde geldt met betrekking tot getuige [getuige 3], die voor TDS heeft gewerkt in de periode van 1996 tot 2006. Ook wordt de verklaring van [getuige 1] voornoemd ondersteund door getuige [getuige 4], die onder meer heeft verklaard dat de ter zitting aan hem voorgehouden en aan het proces-verbaal van die zitting gehechte verklaring gedateerd 6 mei 2014 van hem afkomstig is, en dat de inhoud daarvan overeenstemt met de werkelijkheid.
2.3.3
De hiervoor onder 2.3.2 vermelde getuigenverklaringen ondersteunen die van [getuige 1] op essentiële punten en zijn in onderling verband en samenhang gelezen of beschouwd zodanig sterk dat zij de hiervoor onder 2.3.1 vermelde verklaring van [getuige 1] voldoende geloofwaardig maken. Aldus komt vast te staan dat partijen uitdrukkelijk waren overeengekomen dat (1) TDS het spiegelbeeld van de thans gebouwde woning voor Strong Cactus zou bouwen, (2) de woning aan de rechterkant van het perceel en zo dicht mogelijk aan de weg moest worden opgetrokken, en (3) dat de voorkant van de woning hoger zou komen te liggen dan de weg, althans dat Strong Cactus er in elk geval gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat dit alles het geval was. Vast staat ook dat het hiervoor onder (1) tot en met (3) vermelde niet door TDS is nagekomen of uitgevoerd, terwijl het beroep van TDS op het in het tussenvonnis van 2 februari 2011 (hierna: het tussenvonnis) onder 2.4 vermelde artikel 1, sub A, van de “
Standard Provisions” onderdeel “
Construction” van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst niet slaagt. TDS stelt immers dienaangaande zelf dat al zou Strong Cactus TDS te kennen hebben gegeven dat de woning anders moest worden gebouwd, TDS krachtens voormeld artikel de woning mocht bouwen zoals zij heeft gedaan, zolang partijen niet uitdrukkelijk anders waren overeengekomen (zie in dit verband rechtsoverweging 4.5 van het tussenvonnis).
2.4
Het niet nakomen door TDS van hetgeen partijen hiervoor onder (1) tot en met (3) uitdrukkelijk waren overeengekomen levert meerdere aan TDS toerekenbare tekortkomingen op. Zoals reeds overwogen in het tussenvonnis onder 4.4 slaagt daarmee het beroep van Strong Cactus op schuldeisersverzuim aan de zijde van TDS, waardoor Strong Cactus op de voet van het bepaalde in het eerste lid van artikel 6:266 BW onmogelijk in verzuim kon komen ter zake van eventuele betalingsverplichtingen of verplichtingen anderszins jegens TDS. Nu (niet aan de orde zijnde) verzuim zijdens Strong Cactus een vereiste is voor de ontbinding zijdens TDS van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst, moet worden geoordeeld dat de ontbindingsverklaring van de op dat moment in schuldeisersverzuim verkerende TDS rechtens geen effect heeft gesorteerd. Aldus komt vast te staan dat de tussen partijen gesloten koopovereenkomst nog steeds en onverkort bestaat. Dat brengt met zich de in tussenvonnis onder 3.1 sub a. vermelde vordering van Strong Cactus bij nog te wijzen eindvonnis in beginsel zal worden toegewezen.
2.5
De in tussenvonnis onder 3.1 sub b. vermelde vordering van Strong Cactus zal bij nog te wijzen eindvonnis in beginsel worden afgewezen, nu vast staat dat TDS het door Strong Cactus gekochte perceel en het daarop gebouwde reeds heeft vervreemd aan een derde. Zonder nadere uitleg, die ontbreekt, valt niet in te zien welk belang Strong Cactus bij de huidige stand van zaken heeft bij (toewijzing van) haar in tussenvonnis onder 3.1 sub g. vermelde vordering. Hetzelfde geldt voor de in tussenvonnis onder 3.1 sub h. vermelde vordering van Strong Cactus. Die vorderingen zullen daarom bij eindvonnis worden afgewezen.
2.6
Nu nakoming van de koopovereenkomst niet meer mogelijk is, bestaat er naar het oordeel van het Gerecht eerst grond voor toekenning aan Strong Cactus van een door TDS te betalen schadevergoeding, al dan niet op te maken bij staat, indien Strong Cactus die (thans zinledige) overeenkomst ontbindt ex het eerste of het tweede lid van artikel 6:267 BW (zie in dit verband het bepaalde in het eerste lid van artikel 6:277 BW).
2.7
De hiervoor geschetste stand van zaken brengt mee dat het Gerecht mede op grond van zijn in artikel 118 Rv neergelegde bevoegdheid de zaak onder peremptoirstelling (P-1) naar de rol zal verwijzen als hierna te melden voor het nemen van een akte houdende uitlatingen zijdens Strong Cactus. In die akte dient Strong Cactus aan te geven of zij de koopovereenkomst met TDS inmiddels buitengerechtelijk heeft ontbonden (en dienaangaande alsnog een verklaring voor recht vordert dat dit het geval is) of dat zij haar eis wijzigt of aanvult in die zin dat Strong Cactus alsnog vordert dat het Gerecht de koopovereenkomst ontbindt. Voorts dient Strong Cactus in het licht van mogelijke ontbinding van de koopovereenkomst in de door haar te nemen akte verificatoir opgave te doen van de schade die zij meent te hebben geleden door de tekortkomingen van TDS en de ontbinding van de koopovereenkomst als gevolg daarvan. Strong Cactus dient daarbij niet uit het oog te verliezen dat al hetgeen zij onder de koopovereenkomst heeft betaald aan TDS krachtens artikel 6:270 BW ongedaan moeten worden door terugbetaling daarvan door TDS aan Strong Cactus. Aldus dient Strong Cactus eveneens verificatoir opgave te doen van hetgeen zij onder de koopovereenkomst heeft betaald aan TDS. Zo gewenst kan Strong Cactus ook in het licht van dit alles haar eis bij de door haar te nemen akte nog wijzigen. TDS zal eveneens onder peremptoirstelling (P-1) als na te melden in de gelegenheid worden gesteld om bij antwoordakte te reageren op de door Strong Cactus te nemen akte.
2.8
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-stelt Strong Cactus in de gelegenheid om zich bij akte uit te laten over hetgeen zij zich blijkens rechtsoverweging 2.7 dient uit te laten, en verwijst de zaak daartoe onder peremptoirstelling
(P-1)naar de rolzitting van woensdag
12 december 2018;
-stelt TDS in de gelegenheid om bij antwoordakte te reageren op de door Strong Cactus te nemen akte, en verwijst de zaak daartoe eveneens onder peremptoirstelling
(P-1)naar een nader door de rolrechter te bepalen rolzitting;
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 14 november 2018.

Voetnoten

1.[1] Zie onderaan bijlage Formele relaties
2.[2] Zie onderaan bijlage Overzicht rechtsgebieden
3.[3] Zie onderaan bijlage Bijzondere kenmerken van uitspraak