ECLI:NL:OGEAA:2018:71

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 januari 2018
Publicatiedatum
19 februari 2018
Zaaknummer
1288 van 2017/AUA201701300
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in het incident tot vrijwaring tussen De Sousa N.V. en Sandberg Enterprises LLC

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een vrijwaringsincident tussen de naamloze vennootschap De Sousa N.V. en de vennootschap Sandberg Enterprises LLC. De procedure is gestart door Sandberg Enterprises LLC, die als eiseres in de hoofdzaak optreedt, en die zich in een eerdere rolzitting op 22 november 2017 refereerde aan de conclusie van antwoord in het incident. De Sousa N.V. en [A] hebben een verzoek ingediend tot oproeping van de vennootschappen Southwest Hotel Development & Management N.V. en CB Cas Bon Construction N.V. in vrijwaring, op basis van een vrijwaringsovereenkomst die op 13 januari 2015 is gesloten. Deze overeenkomst houdt in dat Southwest en Cas Bon De Sousa N.V. vrijwaren tegen aanspraken van Sandberg Enterprises LLC in verband met de terugbetaling van een processing fee die onder de derdenrekening van De Sousa N.V. in bewaring is gesteld.

De rechter heeft beoordeeld of aan de voorwaarden voor oproeping in vrijwaring is voldaan. Het verzoek van De Sousa N.V. en [A] is toegewezen, omdat zij voldoende hebben aangetoond dat De Sousa N.V. door Southwest en Cas Bon is gevrijwaard voor de vorderingen van Sandberg Enterprises LLC. De rechter oordeelde dat er geen onredelijke vertraging van het geding te verwachten is door de toewijzing van het verzoek. Het verzoek van [A] werd echter afgewezen, omdat niet is aangetoond dat Southwest en Cas Bon verplicht zijn om de gevolgen van een veroordeling van [A] te dragen.

De uitspraak werd gedaan door mr. M.E.B. de Haseth op 24 januari 2018, waarbij de rechter de betrokken vennootschappen in vrijwaring heeft bevolen op te roepen tegen de zitting van 21 februari 2018, en verdere beslissingen zijn aangehouden tot in de hoofdzaak.

Uitspraak

Vonnis van 24 januari 2018
Behorend bij A.R. 1288 van 2017/AUA201701300
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot vrijwaring in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd rechtSANDBERG ENTERPRISES LLC,
te Michigan, Verenigde Staten van Amerika,
eiseres in de hoofdzaak,
hierna ook te noemen SE,
gemachtigde: de advocaat mr. J.J. Coutinho,
tegen:
1. de naamloze vennootschapADVOCATENPRAKTIJK MR. B.M. DE SOUSA N.V.,
2.MR. LIC. [A],
gevestigd, onderscheidenlijk wonend, te Aruba,
hierna ook te noemen De Sousa N.V. en [A],
gedaagden in de hoofdzaak,
gemachtigden: de advocaten mr. P.M.E. Mohamed en mr. C.S. Edwards,

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring;
- de mededeling zijdens SE op de rolzitting van 22 november 2017 dat zij, wat betreft de conclusie van antwoord in het incident, zich refereert.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen de naamloze vennootschap Southwest Hotel Development & Management N.V. (hierna: Southwest), de naamloze vennootschap CB Cas Bon Construction N.V. (hierna: Cas Bon) en De Sousa N.V. is op 13 januari 2015 een vrijwaringsovereenkomst gesloten. Daarbij zijn die partijen onder meer overeengekomen dat Southwest en Cas Bon De Sousa N.V. in het bijzonder vrijwaren tegen alle mogelijke aanspraken van SE en/of aan haar gelieerde partijen in verband met de terugbetaling van de onder de derdenrekening van De Sousa N.V. in bewaring gestelde processing fee.

3.HET VERZOEK

3.1
De Sousa N.V. en [A] menen gronden te hebben om van Southwest en Cas Bon vrijwaring te vorderen en verzoeken op voet van artikel 71 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oproeping van deze vennootschappen te bevelen teneinde hen te laten veroordelen in al hetgeen waartoe zij jegens SE veroordeeld zullen worden.
3.2
De Sousa N.V. en De Sousa gronden het verzoek erop dat tussen De Sousa N.V. en Southwest en Cas Bon een vrijwaringsovereenkomst is gesloten, in het bijzonder tegen aanspraken van SE ter zake van de betaling van de onder de derdenrekening van De Sousa N.V. in bewaring gestelde processing fee, tot welke betaling de vordering in de hoofdzaak strekt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring is voldoende dat blijkt dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen.
Indien aan het vereiste voor het toestaan van oproeping in vrijwaring in beginsel is voldaan dient de rechter over te gaan tot een onderzoek van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering teneinde te kunnen beoordelen of de oproeping tot vrijwaring in de omstandigheden van het geval op haar plaats is en meer in het bijzonder of daarvan wellicht onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is.
4.2
Nu De Sousa N.V. en [A], onder overlegging van een afschrift van de daartoe strekkende overeenkomst, stellen dat De Sousa N.V. door Southwest en Cas Bon is gevrijwaard ter zake van hetgeen SE in de hoofdzaak van hen vordert, wordt ten aanzien van De Sousa N.V. aan voormeld vereiste voldaan. Voorts is van toewijzing van het verzoek geen onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten. Niet is gesteld of gebleken dat SE door toewijzing van het verzoek in enig ander belang zou worden geschaad. Gelet hierop, zal het verzoek in zoverre worden toegewezen.
4.3
Het verzoek ten aanzien van [A] wordt afgewezen, nu De Sousa N.V. en [A] niet hebben gesteld dat Southwest en Cas Bon krachtens hun rechtsverhouding tot [A] verplicht zijn om de nadelige gevolgen van een veroordeling van laatstgenoemde in de hoofdzaak te dragen.
4.4
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek als na te melden toe;
beveelt de naamloze vennootschap Southwest Hotel Development & Management N.V. en de naamloze vennootschap CB Cas Bon Construction N.V., beiden gevestigd te Aruba, in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van 21 februari 2018, onder overlegging van het inleidend verzoekschrift en de conclusie van antwoord in de hoofdzaak, de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring en dit vonnis in het incident, ten einde te worden gehoord op de vordering tot veroordeling van hen om aan De Sousa N.V. te vergoeden, hetgeen waartoe zij in de hoofdzaak jegens SE zal worden veroordeeld;
wijst af het meer of anders gevorderde;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 januari 2018 in aanwezigheid van de griffier.