Uitspraak
1.HET PROCESVERLOOP
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
verzoekers zijn voorts overeengekomen als vermeld in de aan de minuut van dit vonnis gehechte en door de griffier gewaarmerkte fotokopie van het convenant d.d. 19 maart 1987”. Met verzoekers voormeld wordt bedoeld partijen.
2.Hoewel partijen op 26 januari 1976 bij huwelijksvoorwaarden zijn overeengekomen dat tussen hen geen enkele gemeenschap van goederen zal bestaan, zijn zij niettemin van oordeel dat tussen hen een beperkte gemeenschap van goederen is ontstaan terzake de door de man opgebouwde pensioenrechten. De man verplicht zich dan ook de tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten in onderling overleg met de vrouw te delen. De man zal de rechten van de vrouw terzake doen berekenen en zal zo spoedig mogelijk aan de vrouw nadere voorstellen doen betreffende de afwikkeling van haar pensioenrechten.”.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
5.DE UITSPRAAK
(P-1);