ECLI:NL:OGEAA:2018:764
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van pensioen bij echtscheiding en betalingsverplichtingen
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, ging het om de verdeling van het pensioen dat door de man tijdens het huwelijk was opgebouwd. Partijen, [eiseres] en [gedaagde], waren op 16 december 1977 met elkaar gehuwd, maar hun huwelijk werd ontbonden op 8 oktober 2009. In de echtscheidingsbeschikking was de verdeling van de huwelijkse goederengemeenschap bevolen, inclusief het pensioen van [gedaagde].
[eiseres] had bij de APFA informatie opgevraagd over haar aanspraak op het pensioen van [gedaagde], waaruit bleek dat haar recht in contante waarde Afl. 96.759,92 bedroeg, wat neerkomt op een jaarlijkse uitkering van Afl. 9.479,76. [eiseres] verzocht [gedaagde] om een periodieke betaling van Afl. 789,98 per maand, maar [gedaagde] had slechts Afl. 500,00 per maand betaald sinds juni 2015.
De rechter oordeelde dat [eiseres] recht had op de helft van het opgebouwde pensioen en dat [gedaagde] verplicht was om de APFA te instrueren om het pensioen rechtstreeks aan [eiseres] uit te keren. De rechter veroordeelde [gedaagde] tot betaling van het achterstallige bedrag aan [eiseres] en legde een dwangsom op voor het geval hij niet aan het bevel zou voldoen. Tevens werd [gedaagde] in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis werd uitgesproken op 12 december 2018.