ECLI:NL:OGEAA:2018:764

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 december 2018
Publicatiedatum
2 januari 2019
Zaaknummer
AUA 201801107
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van pensioen bij echtscheiding en betalingsverplichtingen

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, ging het om de verdeling van het pensioen dat door de man tijdens het huwelijk was opgebouwd. Partijen, [eiseres] en [gedaagde], waren op 16 december 1977 met elkaar gehuwd, maar hun huwelijk werd ontbonden op 8 oktober 2009. In de echtscheidingsbeschikking was de verdeling van de huwelijkse goederengemeenschap bevolen, inclusief het pensioen van [gedaagde].

[eiseres] had bij de APFA informatie opgevraagd over haar aanspraak op het pensioen van [gedaagde], waaruit bleek dat haar recht in contante waarde Afl. 96.759,92 bedroeg, wat neerkomt op een jaarlijkse uitkering van Afl. 9.479,76. [eiseres] verzocht [gedaagde] om een periodieke betaling van Afl. 789,98 per maand, maar [gedaagde] had slechts Afl. 500,00 per maand betaald sinds juni 2015.

De rechter oordeelde dat [eiseres] recht had op de helft van het opgebouwde pensioen en dat [gedaagde] verplicht was om de APFA te instrueren om het pensioen rechtstreeks aan [eiseres] uit te keren. De rechter veroordeelde [gedaagde] tot betaling van het achterstallige bedrag aan [eiseres] en legde een dwangsom op voor het geval hij niet aan het bevel zou voldoen. Tevens werd [gedaagde] in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis werd uitgesproken op 12 december 2018.

Uitspraak

Vonnis van 12 december 2018
Behorend bij A.R. AUA 201801107
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. David G. Kock,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie na antwoord d.d. 28 november 2018.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen zijn op 16 december 1977 met elkaar gehuwd, welk huwelijk bij beschikking van het gerecht in eerste aanleg te Aruba van 8 oktober 2009 is ontbonden.
2.2
In de echtscheidingsbeschikking is de verdeling van de huwelijkse goederengemeenschap bevolen.
2.3
Tot die gemeenschap behoort ook de verdeling van het door de man tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen.
2.4
Bij brief van 20 maart 2015 heeft APFA [eiseres] bericht dat haar aanspraak in contante waarde van het pension van [gedaagde] Afl. 96.759,92 bedraagt of een bedrag ad Afl. 9.479,76 per jaar.
2.5 [
eiseres] heeft [gedaagde] te kennen gegeven dat haar voorkeur uitgaat naar een periodieke betaling van Afl. 789,98 per maand.
2.6
Vanaf juni 2015 betaalt [gedaagde] aan [eiseres] een bedrag van Afl. 500,00 per maand.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te bevelen om APFA te instrueren om vanaf 2014 aan [eiseres] jaarlijks Afl. 9.479,76 te betalen, op straffe van een dwangsom van Afl. 100,00 per dag, althans [gedaagde] te veroordelen aan [eiseres] jaarlijks Afl. 9.479,76 te betalen, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten

4.DE BEOORDELING

4.1
Vast staat dat [eiseres] recht heeft op de helft van het tijdens het huwelijk door [gedaagde] opgebouwde pensioen. Volgens APFA bedraagt dit Afl. 9.479,76 per jaar.
4.2
Als onweersproken staat vast dat [gedaagde] in september 2014 met pensioen is gegaan sindsdien verplicht is om maandelijks een bedrag ad Afl. 789,98 aan [eiseres] uit te keren en eerst sinds juni 2015 Afl. 500,00 per maand betaalt.
4.3
Aangezien [gedaagde] sinds september 2015 te veel pensioen heeft genoten zal hij worden veroordeeld tot betaling van hetgeen [eiseres] nog toekomt sinds september 2014 tot aan de dag dat APFA haar deel van het pensioen rechtstreeks aan haar uitkeert, met aftrek van hetgeen hij reeds heeft betaald. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld om APFA te instrueren om het haar toekomende deel rechtstreeks aan [eiseres] uit te keren, op straffe van een dwangsom.
4.4 [
gedaagde] wordt nu hij in het ongelijk wordt gesteld in de kosten worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] ingaande september 2014 van een bedrag ad Afl. 789,98 per maand, met aftrek van een bedrag ad Afl. 500,00 per maand vanaf juni 2015 tot aan de dag dat APFA deze maandelijkse betalingsverplichting jegens [eiseres] van [gedaagde] heeft overgenomen;
5.2
beveelt [gedaagde] om APFA, binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, te instrueren om het aandeel van [eiseres] in zijn ouderdomspensioen, zijnde een bedrag van Afl. 789,98 per maand, rechtstreeks aan [eiseres] te betalen en een afschrift van deze instructie aan mr. David G. Kock te doen toekomen;
5.3
bepaalt dat aan dit bevel een dwangsom wordt verbonden van Afl. 100,00 per dag, ingaande op de 15e dag na betekening van dit vonnis, indien [gedaagde] het bevel als bedoeld in r.o. 5.2 niet opvolgt;
5.4
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiseres] worden begroot op Afl. 450,00 aan griffierecht, Afl. 196,37 aan explootkosten en Afl. Afl. 2.500,00 aan salaris van de gemachtigde;
5.5
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 12 december 2018 in aanwezigheid van de griffier.