ECLI:NL:OGEAA:2018:767
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling uit hoofde van een geldleningsovereenkomst met betrekking tot buitengerechtelijke kosten en rente
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de eiseres, Island Finance Aruba N.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die niet bij naam is genoemd in het vonnis. De eiseres vordert betaling van Afl. 13.867,50, vermeerderd met een rente van 1,4% per maand vanaf 28 februari 2017, tot een maximum van Afl. 11.644,63, en na het bereiken van dit maximum, de wettelijke rente tot de dag van voldoening. Daarnaast vordert zij 15% buitengerechtelijke kosten en de proceskosten, inclusief beslagkosten.
De eiseres stelt dat de gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de geldleningsovereenkomst. De gewijzigde eis is door de gedaagde niet bestreden. Tijdens de procedure is er een schuldbekentenis overgelegd, waarin is opgenomen dat de gedaagde afstand doet van verder verweer en dat de eiseres afstand doet van eerder gevorderde gerechtskosten en beslagkosten. Desondanks vraagt de eiseres om een kostenveroordeling, wat in strijd lijkt te zijn met de gemaakte afspraken.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de eiseres zich aan de schuldbekentenis moet houden en dat de gewijzigde vordering met betrekking tot de gerechtskosten op een vergissing berust. De buitengerechtelijke kosten zijn ambtshalve gematigd tot Afl. 1.500,-. Het Gerecht heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten, en heeft het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 12 december 2018 door rechter mr. J. Sap.