ECLI:NL:OGEAA:2018:772
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van gehuurd appartement
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, die in persoon procedeerde, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet verschenen was. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 6 november 2018 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 22 november 2018. Eiser vorderde onder andere de ontruiming van een appartement dat hij aan gedaagde had verhuurd, alsook betaling van achterstallige huur. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd, waardoor het Gerecht de vorderingen van eiser kon toewijzen zonder verdere bewijsvoering.
Het Gerecht oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij de ontruiming, gezien de aard van het verzoek en het feit dat gedaagde niet had gereageerd op de vorderingen. Eiser kreeg de mogelijkheid om de ontruiming zelf te bewerkstelligen, maar het Gerecht wees de vordering tot gedwongen ontruiming door de sterke arm af, aangezien dit het terrein van de deurwaarder betreft. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en een dwangsom voor het geval hij het vonnis niet opvolgde.
De beslissing van het Gerecht werd uitgesproken op 12 december 2018, waarbij gedaagde een termijn van veertien dagen werd gegeven om het appartement te ontruimen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten.