ECLI:NL:OGEAA:2018:775
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot zekerheidstelling in civiele procedure tussen eiser en gedaagde
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, wonende in de Verenigde Staten van Amerika, een verzoek ingediend tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten. Eiser vordert in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst tussen partijen gedeeltelijk is ontbonden en veroordeling van gedaagde tot betaling van Afl. 20.739,57, alsook de proceskosten. Gedaagde, wonende in Aruba, heeft verweer gevoerd en stelt dat eiser vreemdeling is in de zin van artikel 122 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en vraagt om zekerheidstelling voor de betaling van kosten, schade en intresten.
De rechter heeft in het incident geoordeeld dat het verzoek van gedaagde tot zekerheidstelling wordt afgewezen. De rechter verwijst naar het Nederlands-Amerikaans vriendschapsverdrag, dat bepaalt dat onderdanen van beide partijen gelijke behandeling genieten. Aangezien eiser onderdaan is van de Verenigde Staten, heeft hij recht op dezelfde toegang tot de burgerlijke rechter als onderdanen van Aruba, wat betekent dat hij geen zekerheid voor de proceskosten hoeft te stellen. Gedaagde wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser in het incident, begroot op Afl. 1.000,00 aan salaris van de gemachtigde. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze is gebleven, met een verwijzing naar de rol op 9 januari 2019 voor conclusie van antwoord aan de zijde van gedaagde.