ECLI:NL:OGEAA:2018:776

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 december 2018
Publicatiedatum
2 januari 2019
Zaaknummer
AUA201800721
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van een betalingsbevel in oppositie met betrekking tot een onbetaalde geldlening

Op 5 december 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin [opposant] verzet heeft aangetekend tegen een eerder uitgesproken betalingsbevel. Dit betalingsbevel, dat op 24 januari 2018 was uitgevaardigd, verplichtte [opposant] tot betaling van Afl. 2.638,26 aan [geopposeerde], vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure begon met een verzoekschrift van [geopposeerde] en omvatte verschillende processtukken, waaronder een verzetschrift van [opposant].

In de procedure heeft [opposant] gevorderd dat het Gerecht het betalingsbevel vernietigt en de oorspronkelijke vorderingen van [geopposeerde] afwijst. [Geopposeerde] heeft verweer gevoerd en geconcludeerd dat [opposant] tot kwaad opposant moet worden verklaard, met bevestiging van het betalingsbevel. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [opposant] tijdig verzet heeft ingesteld en dat het gevorderde bedrag opeisbaar is.

Uiteindelijk heeft het Gerecht geoordeeld dat [opposant] tot kwaad opposant wordt verklaard, het betalingsbevel wordt bevestigd en [opposant] wordt veroordeeld in de proceskosten van [geopposeerde]. De kosten zijn begroot op Afl. 250,-- aan salaris voor de gemachtigde, en de kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 5 december 2018 (bij vervroeging)
Behorend bij B.B. nr. AUA201800721
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS op het verzet van:
[Opposant],
wonende in Aruba,
opposant,
hierna ook te noemen: [opposant],
gemachtigde (voorheen): de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
thans procederend in persoon,
tegen:
[Geopposeerde],
wonende in Aruba,
geopposeerde,
hierna ook te noemen: [geopposeerde],
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 27 oktober 2017 ter griffie ingediende (oorspronkelijke) verzoekschrift van [geopposeerde], met producties;
- het bij verstek uitgevaardigde betalingsbevel van dit Gerecht van 24 januari 2018 onder zaaknummer B.B. 2328 van 2017/AUA201702899 (hierna: het betalingsbevel waarvan verzet), waarbij [opposant] uitvoerbaar bij voorraad is bevolen tot betaling aan [geopposeerde] van Afl. 2.638,26 te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 30 maart 2017 en met Afl. 375,-- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, alsmede tot betaling aan [geopposeerde] van
Afl. 300,-- aan proceskosten;
- het op 15 maart 2018 ter griffie ingediende verzetschrift annex conclusie van eis in oppositie van [opposant], met producties;
- de conclusie van antwoord in oppositie, met producties;
- de door [opposant] op 26 september 2018 genomen conclusie van repliek in oppositie.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN IN OPPOSITIE

2.1 [
opposant] vordert dat het Gerecht (zo het begrijpt) bij vonnis hem goed opposant verklaart, het betalingsbevel waarvan verzet vernietigt en - opnieuw rechtdoende - de oorspronkelijke vorderingen van [geopposeerde] afwijst, kosten rechtens.
2.2 [
geopposeerde] voert verweer en concludeert dat [opposant] - zo het Gerecht begrijpt – (1) tot kwaad opposant moet worden verklaard onder bevestiging van het betalingsbevel waarvan verzet, en (2) uitvoerbaar bij voorraad wordt veroordeeld tot betaling van de daadwerkelijk gemaakte kosten en nakosten ad Afl. 1.459,35.
2.3
Voor zover voor de beslissing van belang worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING IN OPPOSITIE

3.1 [
opposant] heeft onbetwist gesteld dat zij eerstens op 1 maart 2018 kennis heeft genomen van het op 24 januari 2018 uitgesproken betalingsbevel waarvan verzet. Dat betekent dat [opposant] binnen de daartoe geldende termijn verzet heeft ingesteld, en daarom ontvankelijk is in haar verzet.
3.2 [
opposant] heeft de in de conclusie van antwoord in oppositie neergelegde stellingen van [geopposeerde] en de door hem bij die conclusie overgelegde verklaringen niet (nader) bestreden. Dat brengt mee dat vast komt te staan dat [opposant] het in hoofdsom gevorderde bedrag opeisbaar verschuldigd is aan [geopposeerde] uit hoofde van een onbetaald gelaten geldlening.
3.3
Vorenstaande brengt met zich dat [opposant] tot kwaad opposant zal worden verklaard en dat het betalingsbevel waarvan verzet zal worden bevestigd.
3.4 [
opposant] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de proceskosten in oppositie van [geopposeerde], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 250,-- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt, tarief 2). Het Gerecht ziet geen grond of aanleiding om [opposant] te veroordelen in de door [geopposeerde] verzochte beweerdelijk gemaakte daadwerkelijke advocaatkosten. In de kostenveroordeling ligt besloten een veroordeling tot eventuele nog te maken nakosten.

4.DE BESLISSING IN OPPOSITIE

Het Gerecht:
-verklaart [opposant] tot kwaad opposant;
-bevestigt het betalingsbevel waarvan verzet;
-veroordeelt [opposant] in de proceskosten van [geopposeerde] in oppositie, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 250,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op woensdag 5 december 2018.