ECLI:NL:OGEAA:2018:803
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot doorbetaling van loon en beoordeling van ontslag op staande voet
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de verzoekster, wonende te Aruba, een verzoek ingediend om de verweerder te bevelen haar loon door te betalen vanaf februari 2018, totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze is beëindigd. De verzoekster heeft haar verzoek onderbouwd met de stelling dat het ontslag op staande voet een dringende reden ontbeert. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 27 juli 2018 is ingediend, gevolgd door een exploot van betekening op 5 oktober 2018, waarbij de verweerder is opgeroepen om op 30 oktober 2018 een verweerschrift in te dienen. De verweerder is echter niet verschenen op de zitting.
De rechter heeft vastgesteld dat de verweerder geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om verweer te voeren. Hierdoor gaat het gerecht ervan uit dat het ontslag op staande voet nietig is, omdat de vereiste dringende reden ontbreekt. De rechter heeft het verzoek van de verzoekster toegewezen, met inachtneming van een gematigde vertragingsrente van 15% op het loon. Daarnaast is de verweerder veroordeeld in de kosten van de procedure, die tot op heden zijn begroot op Afl. 50,- griffierecht.
De beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch en werd in het openbaar uitgesproken op 11 december 2018, in tegenwoordigheid van de griffier. De rechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van het meer of anders verzochte.