ECLI:NL:OGEAA:2018:86

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 februari 2018
Publicatiedatum
21 februari 2018
Zaaknummer
EJ nr. 2821 van 2016 / AUA201601493
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijke schorsing van het ouderlijk gezag en benoeming van een voogdes met omgangsregeling

Op 6 februari 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de tijdelijke schorsing van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2011. De vader, grootouders en de moeder waren betrokken bij de procedure. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag uit, maar de minderjarige woont sinds zijn geboorte bij de grootouders aan vaderszijde. De moeder woont sinds 2016 in Nederland en heeft een belaste voorgeschiedenis, maar heeft recentelijk haar leven op de rit gekregen. Het verzoek van de vader en grootouders om de moeder te ontzetten uit het ouderlijk gezag werd afgewezen, omdat het gerecht oordeelde dat er op dat moment geen sprake was van slecht levensgedrag van de moeder. In plaats daarvan werd besloten om de moeder tijdelijk uit het gezag te schorsen en de grootmoeder aan vaderszijde tot voogdes te benoemen. De omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige werd vastgesteld, inclusief telefonische contacten en bezoekmogelijkheden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte werd afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 6 februari 2018
Behorend bij EJ nr. 2821 van 2016 / AUA201601493
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[de vader], de vader,
[de grootmoeder], de grootmoeder,
[de grootvader], de grootvader,
gemachtigde: de advocaat mr. M.G.A. Baiz.
Belanghebbenden:
[de moeder],de moeder,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.M.N. Thijsen en A.A. Ruiz,
[de minderjarige],de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 15 november 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 24 januari 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekers bijgestaan door hun gemachtigde. De moeder was niet correct opgeroepen en is opnieuw opgeroepen;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 2 mei 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekers bijgestaan door mr. G.F. Croes occuperende voor mr. M.G.A. Baiz. De moeder heeft geen verweerschrift ingediend en is ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen;
  • het rapport van de Voogdijraad van 7 december 2017;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 9 januari 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekers bijgestaan door hun gemachtigden, de moeder bij haar gemachtigden en [medewerker] namens de Voogdijraad.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de moeder is op [geboortedatum] 2011 in Aruba geboren [de minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is erkend. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uit. De minderjarige woont sinds geboorte bij de grootouders vaderszijde.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht d.d. 28 november 2012 (KG 2984/2012) is de moeder verboden om met de minderjarige Aruba te verlaten totdat in een bodemprocedure zal worden besloten omtrent het ouderlijk gezag en het hoofdverblijf van de minderjarige.
2.3
De moeder woont sinds 2016 in Nederland.

3.HET VERZOEK

3.1
Het oorspronkelijk verzoek strekt tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag over de minderjarige en de vader alleen met het ouderlijk gezag over de minderjarige te belasten. Tevens strekt het verzoek tot het vaststellen van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de grootouders vaderszijde.
3.2
Het ter zitting gewijzigd verzoek, strekt tot benoeming van de grootmoeder moederszijde tot tijdelijk voogdes over de minderjarige en tot het vaststellen van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de grootouders vaderszijde.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voor zover hier van belang bepaalt artikel 1:269 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) dat de rechter, indien hij het in het belang van het kind noodzakelijk oordeelt, een ouder van het ouderlijk gezag kan ontzetten, om reden van slecht levensgedrag.
4.2
Uit het rapport van de Voogdijraad van 7 december 2017 en het ter zitting besprokene blijkt dat bij de moeder sprake is van een belaste voorgeschiedenis en dat zij in Nederland in korte tijd een leven heeft weten op te bouwen. Zij heeft een baan, gaat naar school en heeft een vaste verblijfplaats bij oma moederszijde. Zij zegt geen softdrugs meer te gebruiken en is zeer gemotiveerd om iets van haar leven te maken. De moeder heeft de voorkeur om het hoofdverblijf van de minderjarige bij de grootouders vaderszijde voort te zetten, maar met de bedoeling dat als zij haar leven op de rit heeft de minderjarige bij haar in Nederland gaat wonen. De vader woont samen met zijn huidige partner en 2 jarige dochter en bezoekt de minderjarige bij de grootouders vaderszijde zodra mogelijk. De Voogdijraad adviseert om de grootmoeder vaderszijde met de voogdij over de minderjarige te belasten, nu zij feitelijk het gezag over de minderjarige uitoefent en niet de ouders.
4.3
Het gerecht is gelet op het bovenstaande van oordeel dat er op dit moment geen sprake is van slecht levensgedrag van de moeder. Het verzoek tot ontzetting zal dan ook worden afgewezen, omdat deze maatregel disproportioneel is.
4.4
Ter zitting zijn partijen overeengekomen dat de moeder tijdelijk in het gezag wordt geschorst, dat de grootouders tot voogden worden benoemd over de minderjarige, dat het hoofdverblijf van de minderjarige bij de grootouders vaderszijde zal worden bepaald met een omgangsregeling tussen de minderjarige en de moeder. De voorgestelde voogdes is bereid de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Volgens de wet mag alleen één persoon als voogd(es) over een minderjarige worden benoemd. Het gerecht zal conform het advies van de Voogdijraad de grootmoeder vaderszijde tot voogdes benoemen, nu het belang van de minderjarige zich niet hiertegen verzet en overigens van bezwaren daartegen niet zijn gebleken. Het gerecht zal omtrent het hoofdverblijf en de omgangsregeling - zoals tussen partijen tot stand is gekomen - dienovereenkomstig beslissen, nu niet is gebleken dat het belang van de minderjarige zich hiertegen verzet.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
5.1
schorst de moeder uit het gezag welke zij heeft over de minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2011 in Aruba, gedurende de tijd dat de moeder in de onmogelijkheid verkeert het gezag uit te oefenen,
5.2
benoemt [de grootmoeder], geboren op [geboortedatum] 1966 in Aruba, tot voogdes over de minderjarige,
5.3
bepaalt het hoofdverblijf van de minderjarige bij de voogdes,
5.4
bepaalt de omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige als volgt:
a. bellen/videobellen:
- twee keer in het weekend, waarbij de grootouders vaderszijde en de vader hun medewerking zullen verlenen,
- op moederdag,
- op de verjaardag van de moeder en de verjaardag van de minderjarige,
- met Kerst en Nieuwjaarsdag,
b. bezoek/vakantie:
- twee keer per jaar, indien de financiën van de moeder dat toelaat, maar in ieder geval één keer per jaar, waarbij de minderjarige op bezoek/vakantie gaat naar de moeder in Nederland en minimaal 3 weken daar zal verblijven. De kosten worden betaald door de moeder en grootmoeder moederszijde.
- voor de zomer 2018 gaat de minderjarige naar Nederland samen met de grootmoeder vaderszijde voor twee a drie weken, waarbij de moeder en grootmoeder moederszijde bereid zijn de reis- en verblijfskosten van de grootmoeder vaderszijde te betalen. In de toekomst kan de minderjarige alleen reizen,
5.5
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.6
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag, 6 februari 2018 door de rechter mr. Y.M. Vanwersch in tegenwoordigheid van de griffier.