Op 6 februari 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de tijdelijke schorsing van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2011. De vader, grootouders en de moeder waren betrokken bij de procedure. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag uit, maar de minderjarige woont sinds zijn geboorte bij de grootouders aan vaderszijde. De moeder woont sinds 2016 in Nederland en heeft een belaste voorgeschiedenis, maar heeft recentelijk haar leven op de rit gekregen. Het verzoek van de vader en grootouders om de moeder te ontzetten uit het ouderlijk gezag werd afgewezen, omdat het gerecht oordeelde dat er op dat moment geen sprake was van slecht levensgedrag van de moeder. In plaats daarvan werd besloten om de moeder tijdelijk uit het gezag te schorsen en de grootmoeder aan vaderszijde tot voogdes te benoemen. De omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige werd vastgesteld, inclusief telefonische contacten en bezoekmogelijkheden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte werd afgewezen.