ECLI:NL:OGEAA:2018:97

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 februari 2018
Publicatiedatum
21 februari 2018
Zaaknummer
K.G. no. 2691 van 2017 / AUA201703357
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over toegang en gebruik van racepark tussen Stichting Raoul Roberti Paesch Memorial en Stichting Eagle Karting

In deze zaak, die op 14 februari 2018 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft de Stichting Raoul Roberti Paesch Memorial (SRRPM) een kort geding aangespannen tegen de Stichting Eagle Karting. SRRPM vorderde onder andere dat Eagle Karting hen onbeperkt toegang zou verlenen tot de door hen gehuurde ruimtes in het racepark en dat zij hen zouden toestaan om Go-kart wedstrijden te organiseren. Tijdens de zitting op 12 januari 2018 zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden, en is er gediscussieerd over de vorderingen en het verweer van Eagle Karting. Het Gerecht heeft geoordeeld dat SRRPM niet-ontvankelijk moet worden verklaard in hun verzoek, omdat zij de verkeerde partij in rechte hebben betrokken. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Eagle Karting de regels en voorwaarden voor het gebruik van het racepark mag stellen en dat SRRPM niet kan aantonen dat zij vorderingsrechten heeft op Eagle Karting. De vorderingen van SRRPM zijn afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten van Eagle Karting, die zijn begroot op Afl. 1.500,--. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 14 februari 2018
Behorend bij K.G. no. 2691 van 2017 / AUA201703357
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in kort geding van:
DE STICHTING RAOUL ROBERTI PAESCH MEMORIAL,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: SRRPM,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena,
tegen:
DE STICHTING EAGLE KARTING,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Eagle Karting,
gemachtigde: de advocaten mrs. A.A. Ruiz en C.P. Wever.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 12 januari 2018.
1.2
Partijen zijn ter terechtzitting verschenen bij hun respectieve gemachtigden, die van SRRPM vergezeld door dhr. [naam X] (bestuurslid van SRRPM) en die van Eagle Karting vergezeld door dhr. [naam A] (bestuurslid van Eagle Karting). Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd, beiden onder overlegging van pleitnota’s die beiden waren voorzien van toegelaten producties, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Het Gerecht heeft ter zitting het bezwaar van Eagle Karting tegen de door SRRPM verzochte eiswijziging terstond gegrond geoordeeld. Het had op de weg van SRRPM gelegen om die niet geringe eiswijziging nog voor de behandeling van de zaak kenbaar te maken aan Eagle Karting, zodat zij haar verdediging daar tijdig op kon inrichten. Het nalaten daarvan levert ontoelaatbare strijd op met de goede procesorde.
1.4
Na de sluiting van de behandeling van de zaak zijn partijen in overleg getreden teneinde een minnelijke regeling van het geschil te bewerkstelligen. De gemachtigden van partijen hebben het Gerecht bericht dat dit niet is gelukt.
1.5
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
SRRPM vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. Eagle Karting beveelt om binnen 24 uren na de betekening van dit vonnis “
de Go-kart teams, teameigenaren en drivers” onbeperkt toegang verleent “
via de grote deur” tot de door hen gehuurde ruimtes in de “
pit area”, en dat ook na 22:00 uur;
b. Eagle Karting beveelt om “
de drivers” tot het gebruik van de Go-kart baan toe te laten voor zover de verhuur van Go-kart aan het publiek dat toelaat en dit zonder die drivers bij vooruitbetaling een bedrag van meer dan de overeengekomen Afl. 600,-- per jaar in rekening te brengen;
c. Eagle Karting beveelt om SRRPM toe te staan tot het houden van Go-kart wedstrijden op de Bushiri Karting Speedway in de avonduren tot en met omstreeks 00:00 uur, indien nodig door gebruik van extra verlichting;
d. bepaalt dat het de drivers is toegestaan om deel te nemen aan de door SRRPM onder auspiciën van Eagle Karting georganiseerde wedstrijden op de Bushiri Karting Speedway tegen betaling van een inschrijfgeld van US$ 100,--, althans een tussen partijen af te spreken ander bedrag, en dat zonder nieuwe door Eagle Karting gestelde voorwaarden;
e. Eagle Karting verbiedt om aan “
de Go-kart teams, teameigenaren en drivers” een bedrag in rekening te brengen voor het hebben van meer dan één monteur in de pit area;
f. Eagle Karting veroordeelt in de proceskosten.
2.2
Eagle Karting voert verweer, en concludeert dat SRRPM niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Wat betreft het ontvankelijkheidsverweer van Eagle Karting wordt het volgende overwogen. De stelling van Eagle Karting, dat SRRPM de verkeerde partij in rechte heeft betrokken, mist voldoende grondslag. Uit de als productie 6 overgelegde brief van Eagle Karting van 3 november 2017 blijkt immers dat Eagle Karting bepaalt welke regels er ook voor SRRPM gelden met betrekking tot het gebruik van het bij partijen genoegzaam bekende Go-kart racing park (hierna: het racepark). Indien in dat verband blijkt dat SRRPM geen vorderingsrechten heeft op Eagle Karting, moeten haar rechtsvorderingen worden afgewezen. Naar het oordeel van het Gerecht worden de in de (als productie 2 bij het verzoekschrift overgelegde) volmacht genoemde personen in deze procedure rechtsgeldig vertegenwoordigd door SRRPM, van welke stichting vast staat dat zij in elk geval de belangen behartigt van coureurs. Monteurs zijn zodanig nauw verbonden aan coureurs, dat die niet los van elkaar kunnen worden gezien en als team hebben te gelden. Uit dit één en ander volgt dat SRRPM ook op grond van voormelde volmacht de in die volmacht genoemde monteurs rechtsgeldig vertegenwoordigt in deze procedure. Overige gronden waaruit volgt dat SRRPM niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte zijn gesteld noch gebleken. Het ontvankelijkheidsverweer van Eagle Karting wordt verworpen.
3.2
Het spoedeisend belang van SRRPM bij haar vorderingen ligt besloten in de aard van die vorderingen. Het te dezen door Eagle Karting opgeworpen verweer wordt eveneens verworpen.
3.3
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft het Gerecht voorshands de bij partijen genoegzaam bekende inhoud van voormelde brief van 3 november 2017 met betrekking tot de daarin vermelde (bevoegdheden tot het stellen van) regels en voorwaarden. Het is immers op grond van haar Statuten aan Eagle Karting om regels en voorwaarden te stellen ter zake van het gebruik van het racepark, en het Gerecht kan die regels en voorwaarden niet verder dan marginaal toetsen. Naar het voorlopig oordeel van het Gerecht kan niet worden gezegd dat Eagle Karting in redelijkheid niet tot de door haar gestelde ook voor SRRPM geldende voorwaarden en regels mocht komen.
3.4
Bij vorenstaande wordt nog overwogen dat Eagle Karting de stelling van SRRPM, dat sprake is van een huurovereenkomst met betrekking tot de pit en het stallen en gebruik van containers op het terrein van het racepark gemotiveerd heeft bestreden. Die stelling staat daarom niet vast en het Gerecht ziet geen grond om die stelling voorshands aannemelijk te oordelen. Voorts wordt nog overwogen dat Eagle Karting naar het voorlopig oordeel van het Gerecht personen/coureurs die achterstallig zijn met betalen van de bij partijen genoegzaam bekende jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van het racepark de toegang tot het racepark mag weigeren, ook voor (al dan niet apart te betalen) deelname aan wedstrijden.
3.5
Bij de hiervoor geschetste stand van zaken valt in een bodemprocedure niet met grote mate van zekerheid te verwachten dat de vorderingen van SRRPM zullen worden toegewezen. Dat brengt mee dat de thans door SRRPM verzochte voorzieningen zullen worden afgewezen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld en aannemelijk geworden die een ander oordeel kunnen rechtvaardigen.
3.6
Ook afweging van de belangen van partijen leidt niet tot een ander oordeel, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van SRRPM tot toewijzing van het door haar verzochte ten opzichte van de belangen van Eagle Karting bij afwijzing daarvan. Dit klemt temeer omdat Eagle Karting verantwoordelijk is voor de veiligheid van het racepark (en daarom in beginsel aansprakelijk is als er zich ongelukken voordoen als gevolg van een onveilig racepark) en in beginsel ook verantwoordelijk is voor alle activiteiten die plaatsvinden in of op het racepark, ook indien zij personen het racepark laat gebruiken na sluitingstijd daarvan (te weten 22:00 uur, vanaf welk uur er aldaar geen personeel van Eagle Karting en/of Bushiri Karting & Enterprise meer aanwezig is).
3.7
SRRPM zal als de in het ongelijk te stellen partij uitvoerbaar bij voorraad worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Eagle Karting, tot aan deze procedure begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigden.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-wijst af het door SRRPM verzochte;
-veroordeelt SRRPM in de kosten van deze procedure tot aan deze procedure begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigden;
-verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 14 februari 2018.