ECLI:NL:OGEAA:2019:104

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 februari 2019
Publicatiedatum
11 maart 2019
Zaaknummer
AUA201802523
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure inzake schuldvordering door Treston Insurance Company (Aruba) N.V. tegen gedaagde

In deze civiele procedure heeft de naamloze vennootschap Treston Insurance Company (Aruba) N.V. (hierna: Treston) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 17 oktober 2018, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 7 januari 2019. Tijdens deze zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Treston vorderde een betaling van Afl. 6.386,21, vermeerderd met contractuele boeterente van 3% vanaf 4 november 2009 en vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, met wettelijke rente en kosten rechtens.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft in zijn vonnis van 20 februari 2019 de vordering van Treston toegewezen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de vordering in hoofdsom en de nevenvordering ter zake van de contractuele boeterente toewijsbaar zijn. Daarnaast is de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, waarbij het Gerecht heeft vastgesteld dat er meer buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht dan de wettelijke bepalingen vereisen. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 320,20 aan verschotten en Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde.

De uitspraak van het Gerecht is gedaan door mr. A.H.M. van de Leur en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 februari 2019, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 20 februari 2019
Behorend bij B.B. nr. AUA201802523
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
TRESTON INSURANCE COMPANY (ARUBA) N.V.,
EISERES,
hierna ook te noemen: Treston,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
tegen:
[gedaagde],
wonende in Aruba, te [adres],
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 17 oktober 2018 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op 7 januari 2019. Treston is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde. [gedaagde] is in persoon ter zitting verschenen. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Treston vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde] veroordeelt om aan Treston te betalen Afl. 6.386,21, te vermeerderen met de contractuele boeterente ad 3% gerekend vanaf 4 november 2009 en met
vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, dit alles met wettelijke rente te vermeerderen kosten rechtens.
2.2 [
gedaagde] heeft verweer gevoerd.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing zullen de stellingen van partijen hierna worden besproken.

3.DE VERDERE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.6 van het tussenvonnis zullen de vordering in hoofdsom en de nevenvordering ter zake van de contractuele boeterente rente worden toegewezen als na te melden.
3.3
De door Treston verzochte vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten zal met inachtneming van de te dezen relevante bepalingen van het Procesreglement worden toegewezen (1,5 punt van tarief 3 van het liquidatietarief, ad Afl. 500,-- per punt). Genoegzaam gebleken is immers dat in dit dossier meer buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht dan die als bedoeld in artikel 63a Rv.
3.4 [
gedaagde] zal, als zijnde de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Treston. Tot aan deze uitspraak worden die kosten begroot op (100,-- + 220,20 =) Afl. 320,20 aan verschotten en Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van tarief 3 van het liquidatietarief). De over deze kosten door Treston verzochte wettelijke rente zal, als zijnde onbestreden, worden toegewezen zoals na te melden.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt [gedaagde] om aan Treston te betalen Afl. 6.386,21, te vermeerderen met (1) 3% aan contractuele boeterente gerekend vanaf 4 november 2009 tot aan de dag der algehele voldoening en (2) met Afl. 750,-- aan forfaitair vastgestelde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Treston tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 320,20 aan verschotten en Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de vijfde dag na de betekening van dit vonnis aan [gedaagde];
-verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 februari 2019 in aanwezigheid van de griffier.