In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de verzoekers, de vader en de moeder van de minderjarige, een verzoek ingediend tot wijziging van het gezag over hun kind. De minderjarige is geboren uit een affectieve relatie tussen de verzoekers en is geregistreerd op de Peruaanse geboorteakte met beide ouders vermeld. De vader woont in Peru, terwijl de moeder en de minderjarige in Aruba verblijven. Dit heeft geleid tot praktische problemen voor de moeder bij het regelen van zaken met betrekking tot de minderjarige, zoals het verkrijgen van een verblijfsvergunning en het reizen met het kind.
Het verzoek is ingediend op 11 september 2018 en de mondelinge behandeling vond plaats op 4 december 2018. De moeder was aanwezig, terwijl de vader vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. S.O.R.G. Faarup. De Voogdijraad was vertegenwoordigd door mevrouw [Naam X]. De verzoekers hebben aangevoerd dat de wijziging van het gezag noodzakelijk is, omdat de huidige situatie niet langer in het belang van het kind is. De rechter heeft het verzoek beoordeeld op basis van artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om gezamenlijk gezag te beëindigen indien de omstandigheden zijn gewijzigd.
Na beoordeling van de aangevoerde argumenten heeft de rechter geoordeeld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die het noodzakelijk maken om het gezamenlijk gezag te beëindigen. De rechter heeft besloten dat het gezag over de minderjarige voortaan alleen aan de moeder toekomt, in het belang van het kind. De beschikking is gegeven op 5 februari 2019 door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en de beslissing is gepubliceerd op 11 maart 2019.