ECLI:NL:OGEAA:2019:114

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 februari 2019
Publicatiedatum
11 maart 2019
Zaaknummer
AUA201803099
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een schuld door Aruba Bank N.V. aan [NAAM GEDAAGDE] met betrekking tot een overeenkomst

In deze zaak vordert Aruba Bank N.V. (hierna: Aruba Bank) van [NAAM GEDAAGDE] een bedrag van Afl. 5.895,79, vermeerderd met rente van 1,5% per maand vanaf 9 september 2016. De vordering is gebaseerd op een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst tot terugbetaling. Tijdens de procedure heeft [NAAM GEDAAGDE] aangevoerd dat er beslag op haar salaris ligt en dat het ingehouden bedrag van de hoofdsom in mindering moet worden gebracht. Tevens heeft zij verzocht om een lagere maandlasten vanwege persoonlijke omstandigheden.

Partijen hebben ter zitting overeenstemming bereikt over een maandelijkse aflossing van Afl. 500,-. De rechter heeft vastgesteld dat [NAAM GEDAAGDE] tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen jegens Aruba Bank, waardoor de hoofdsom aan Aruba Bank wordt toegewezen. Daarnaast is [NAAM GEDAAGDE] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 1.119,16 aan verschotten en Afl. 1.500,- aan salaris van de gemachtigde.

De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 13 februari 2019 door mr. J. Sap in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 13 februari 2019
Behorend bij A.R. AUA201803099
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA BANK N.V.,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: Aruba Bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[NAAM GEDAAGDE],
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [NAAM GEDAAGDE],
procederend in persoon.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 november 2018;
- de producties aan de zijde van Aruba Bank, ingediend op 6 december 2018;
- het verweer aan de zijde van [NAAM GEDAAGDE], overgelegd ter zitting van 11 december 2018;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie na antwoord op 11 december 2018.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
Aruba Bank vordert – uitvoerbaar bij voorraad –veroordeling van [NAAM GEDAAGDE] tot betaling aan Aruba Bank van Afl. 5.895,79, te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,5% per maand vanaf 9 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [NAAM GEDAAGDE] tot vergoeding van de proceskosten.
2.2
Aruba Bank grondt de vordering erop dat [NAAM GEDAAGDE] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenis tot terugbetaling.
2.3 [
NAAM GEDAAGDE] heeft aangevoerd dat er beslag op haar salaris ligt en dat het ingehouden bedrag van de hoofdsom in mindering moet worden gebracht. [NAAM GEDAAGDE] heeft voorts gesteld dat zij wegens persoonlijke omstandigheden een lagere maandelijkse bedrag wil aflossen.
2.4
Partijen zijn ter zitting overeengekomen dat [NAAM GEDAAGDE] Afl. 500,- maandelijks zal aflossen. Vast staat dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichtingen jegens Aruba Bank, zodat de hoofdsom zal worden toegewezen.
2.5 [
NAAM GEDAAGDE] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld, aan de zijde van eiseres begroot op Afl. 450,- griffierecht, Afl. 1.119,16 aan verschotten en Afl. 1.500,- aan gemachtigdensalaris (naar rato van 3 punten van het liquidatietarief 3).

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt [NAAM GEDAAGDE] tot betaling aan Aruba Bank van een bedrag van Afl. 5.895,79, te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,5% per maand vanaf 9 september 2016 tot de dag der algehele voldoening, waarop in mindering strekt hetgeen al op het loon van [NAAM GEDAAGDE] is ingehouden;
veroordeelt [NAAM GEDAAGDE] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Aruba Bank worden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 1.119,16 aan verschotten en Afl. 1.500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 februari 2019 in aanwezigheid van de griffier.