2.3Ter zitting zijn partijen wat die verdeling betreft grotendeels tot sluitende afspraken gekomen. Het Gerecht zal partijen daarin volgen. Daarbij heeft te gelden dat partijen de voor hen genoegzaam bekende inboedel van de echtelijke woning in nader onderling overleg zullen verdelen, en dat [gedaagde] zijn stellingen en eis ter zake van een beweerdelijke woning in [naam X] heeft ingetrokken, althans dat [gedaagde] afstand heeft gedaan van zijn beweerdelijke rechten met betrekking tot die woning. Verder heeft te gelden dat [eiseres] de stelling annex voorstel van [gedaagde] zoals omschreven onder randnummer 20 van zijn conclusie van antwoord in conventie tevens zijnde conclusie van eis in reconventie niet heeft bestreden. Aldus wordt de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van partijen als volgt vastgesteld:
a. de bij partijen genoegzaam bekende auto van het merk Hyundai model Tucson wordt toebedeeld aan [gedaagde], terwijl [gedaagde] uit hoofde van overbedeling
(7.500,-- : 2 =) Afl. 3.750,-- verschuldigd is aan [eiseres];
b. de bij partijen genoegzaam bekende auto van het merk Hyundai model Accent wordt toebedeeld aan [eiseres], terwijl [eiseres] uit hoofde van overbedeling
(14.000,-- : 2 =) Afl. 7.000,-- verschuldigd is aan [gedaagde];
c. eventuele op de periode dat partijen gehuwd waren ziende belastingrestituties moeten bij helfte tussen partijen worden verdeeld; indien de één zo’n restitutie voor het geheel heeft ontvangen, is die de helft daarvan opeisbaar verschuldigd aan de ander;
d. eventuele op de periode dat partijen gehuwd waren ziende belastingschulden dienen door partijen ieder voor de helft worden betaald; indien de één zo’n schuld voor meer dan de helft heeft betaald, is de ander de helft van dat meerdere opeisbaar verschuldigd aan hem of haar;
e. het onverdeeld aandeel van [gedaagde] in de nalatenschap van zijn broer, te weten 50% van een woning gelegen in Aruba te [adres] - waarvan niet in geschil is dat dit aandeel een waarde heeft van (276.000,-- : 2 =) Afl. 138.000,-- - wordt toebedeeld aan [gedaagde], terwijl [gedaagde] te dezen uit hoofde van overbedeling (138.000,-- : 2 =) Afl. 69.000,-- verschuldigd is aan [eiseres];
f. de bij partijen genoegzaam bekende echtelijke woning – waarvan niet in geschil is tussen partijen dat de waarde daarvan Afl. 206.000,-- bedraagt) – wordt toebedeeld aan [gedaagde], terwijl [gedaagde] te dezen uit hoofde van overbedeling (206.000,-- : 2 =)
Afl. 103.000,-- verschuldigd is aan [eiseres], dit alles onder de voorwaarde dat per de datum van uitspraak van dit vonnis blijkt dat [gedaagde] inmiddels de door hem beoogde financiering heeft verkregen voor de levering aan [gedaagde] van het aandeel van [eiseres] in bedoelde woning tegen betaling aan [eiseres] van die Afl. 103.000,--. Indien [gedaagde] per de datum van uitspraak van dit vonnis die financiering niet heeft verkregen, wordt de echtelijke woning toebedeeld aan [eiseres], terwijl [eiseres] alsdan Afl. 103.000,-- verschuldigd is aan [gedaagde] uit hoofde van overbedeling;
g. de persoonlijke lening van [gedaagde] bij de CMB wordt aan hem toebedeeld, terwijl [eiseres] te dien aanzien niets verschuldigd is aan [gedaagde];
h. de persoonlijke lening van [eiseres] bij de RBC wordt aan haar toebedeeld, terwijl [gedaagde] te dien aanzien niets verschuldigd is aan [eiseres];
i. de op naam van [gedaagde] staande creditcard wordt aan hem toebedeeld, terwijl [eiseres] te dien aanzien niets verschuldigd is aan [gedaagde];
j. de op naam van [eiseres] staande creditcard wordt aan haar toebedeeld, terwijl [gedaagde] te dien aanzien niets verschuldigd is aan [eiseres].