In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 26 februari 2019, wordt het verzoek behandeld van de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.L. Griffith, tegen de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, met betrekking tot het gezamenlijk gezag, de hoofdverblijfplaats en de omgang van hun minderjarige kind. De procedure is voortgevloeid uit eerdere rapportages van de Voogdijraad en een mondelinge behandeling die op 4 december 2018 heeft plaatsgevonden. De Voogdijraad heeft in haar rapport van 3 oktober 2018 geadviseerd dat de ouders in staat zijn om gezamenlijk het gezag over de minderjarige uit te oefenen, mits zij hulp zoeken voor communicatieproblemen indien deze zich voordoen.
Het gerecht heeft vastgesteld dat beide ouders geschikt zijn om de minderjarige te verzorgen en op te voeden. De ouders zijn in staat om met elkaar te communiceren en afspraken te maken over de minderjarige. Daarom heeft het gerecht besloten om hen gezamenlijk te belasten met het gezag over de minderjarige, die bij de moeder zal blijven wonen. De omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige is vastgesteld, waarbij de vader voorlopig geen overnachtingen heeft totdat zijn woning is opgeknapt. De ouders hebben overeenstemming bereikt over specifieke data waarop de minderjarige bij de vader zal zijn.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kosten worden gecompenseerd zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, ter zitting van 26 februari 2019 in aanwezigheid van de griffier.