ECLI:NL:OGEAA:2019:139
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een bedrag in verband met onbetaalde elektriciteitslevering en verjaring
In deze zaak vordert de naamloze vennootschap N.V. Elmar, gevestigd te Aruba, betaling van een bedrag van Afl. 1.810,74 van de gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op onbetaalde rekeningen voor elektriciteitslevering die in 2011 zijn ontstaan. Elmar stelt dat de gedaagde in totaal zes termijnen niet heeft betaald, wat resulteert in de huidige vordering na aftrek van een betaalde waarborgsom. De gedaagde betwist de vordering en voert aan dat zij altijd haar rekeningen heeft voldaan, hoewel niet altijd tijdig, en dat de vordering inmiddels is verjaard omdat deze meer dan zes jaar geleden is ontstaan.
Het gerecht heeft vastgesteld dat er een contract tot levering van elektriciteit tussen partijen bestond en dat de gedaagde de schuldbekentenis heeft ondertekend, waarin zij de vordering erkent. De rechter oordeelt dat de verjaring van de vordering is gestuit door de erkenning van de schuld in de schuldbekentenis, die betrekking heeft op de openstaande bedragen uit 2011. De rechter wijst de vordering van Elmar toe en kent de wettelijke rente toe vanaf de datum waarop de gedaagde in verzuim is geraakt, zijnde 10 april 2015. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, en de gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van Elmar. Het vonnis is uitgesproken op 27 februari 2019 door rechter J.J. Verhoeven.