ECLI:NL:OGEAA:2019:143
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake betaling achterstallige huur en ontbinding huurovereenkomst
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door de advocaten mrs. M. Voorn en E.H.J. Martis, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering betreft de betaling van achterstallige huur en de ontbinding van de huurovereenkomst. De procedure is gestart op basis van artikel 59 van het Procesreglement van de K.G.-rol en heeft geleid tot een comparitie van partijen op 27 november 2018.
Eiser vordert dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van Afl. 106.200,-- aan achterstallige huur, vermeerderd met wettelijke rente en een gebruiksvergoeding van Afl. 900,-- per maand vanaf 1 april 2017. Daarnaast vraagt eiser om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat zij de woning heeft gekocht, waardoor de huurverplichting zou zijn komen te vervallen. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat gedaagde niet voldoende heeft aangetoond dat er een koopovereenkomst is gesloten.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat gedaagde vanaf 1 februari 2007 huur verschuldigd is aan eiser en dat de vordering van eiser voor een groot deel toewijsbaar is. De ontbinding van de huurovereenkomst is per 1 maart 2019 uitgesproken, en gedaagde is veroordeeld om de woning uiterlijk op 31 maart 2019 te ontruimen. Tevens is gedaagde in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op Afl. 691,30 aan verschotten en Afl. 4.000,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.