ECLI:NL:OGEAA:2019:167

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 maart 2019
Publicatiedatum
9 april 2019
Zaaknummer
AUA201803436
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatele stelling van een meerderjarige wegens geestelijke stoornis

In deze beschikking van 5 maart 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba geoordeeld over het verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, hierna aangeduid als verweerster, die lijdt aan een geestelijke stoornis. Het verzoek is ingediend door haar dochters, verzoekster I, verzoekster II en verzoekster III, die als gemachtigde mr. D.G. Kock hebben aangesteld. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 29 oktober 2018 werd ingediend. Tijdens de zittingen op 29 januari en 6 februari 2019 zijn de verzoekers en de verweerster in persoon verschenen.

De verzoeksters hebben aangevoerd dat de verweerster, wegens haar geestelijke stoornis, niet in staat is om haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verweerster inderdaad niet in staat is om haar belangen te behartigen, op basis van verklaringen van de verzoekers, een ander familielid en een arts. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook gegrond verklaard.

Het Gerecht heeft besloten om verzoekster I te benoemen als curatrice, omdat dit het meest in het belang van de verweerster is. De curatrice is verplicht om binnen acht weken na aanvang van haar taak een schriftelijke opgave van de aanwezige gerede gelden en andere activa ter griffie in te dienen. Daarnaast moet zij jaarlijks een rekening van haar bewind indienen. De beschikking is gegeven door rechter E.M.D. Angela, ter terechtzitting van 5 maart 2019, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 5 maart 2019
behorend bij EJ nr. AUA201803436
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoekster I],
[Verzoekster II] en
[Verzoekster III],
wonende in Aruba,
VERZOEKERS,
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
om ondercuratelestelling van hun moeder:
[Verweerster],
wonende in Aruba, te [adres],
VERWEERSTER, hierna te noemen [verweerster],
in persoon.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 29 oktober 2018,
  • de griffiersaantekeningen van de behandeling van 29 januari 2019, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekers [verzoekster I] en [verzoekster II] in persoon en bijgestaan door hun gemachtigde voornoemd.
  • De griffiersaantekeningen van de behandeling van 6 februari 2019 te [naam tehuis] tehuis, waaruit blijkt dat zijn verschenen verweerster in persoon en de verzoekers [verzoekster I] en [verzoekster 2] in persoon.
De uitspraak is

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat verweerster onder curatele wordt gesteld met benoeming van [verzoekster I] tot haar curatrice. Daartoe wordt aangevoerd dat zij wegens een geestelijke stoornis niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378, lid 1 en onder sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Uit de verklaringen van de verzoekers, een ander familielid, dr. [naam dokter] en de ondervraging van verweerster is gebleken dat zij wegens een geestelijke stoornis niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.2.
De benoeming van de dochter [verzoekster I] tot curatrice strookt naar het oordeel van het gerecht het meest met de belangen van de verweerster. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
3.3
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht wekenna aanvang van haar taak als curatrice een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curatrice dient voorts
binnen acht maandenna aanvang van haar taak als curatrice ter bevestiging van haar deugdelijkheid een door haar ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.4
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van haar bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2020.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [verweerster], geboren op [geboortedatum] 1925 in Aruba, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curatrice haar dochter, [verzoekster I], geboren op [geboortedatum] 1945 in Aruba en wonende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curatrice binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 5 maart 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.