Uitspraak
1.HET PROCESVERLOOP
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
in conventie
3.DE BEOORDELING
in conventie
Anjosean Ecobuilding project” (hierna: het project) op naam van Romar heeft gesteld en heeft uitgebracht aan Romar. Voorts heeft Jara onvoldoende nader bestreden gesteld dat behoudens de laatst uitgebrachte factuur waarvan nu betaling wordt gevorderd (hierna: de factuur) al die facturen met uitzondering van één (die is betaald door Anjosean) zijn betaald door Romar. De bij het verzoekschrift als productie 5 overgelegde aan Jara verstuurde email van Romar (geschreven en verstuurd door haar
Chief Financial Officer[naam officer]) vermeldt ter zake van betaling van de factuur onder meer “
Romar zal altijd haar verplichtingen nakomen maar verwacht van de andere partij hetzelfde.”. Naar het oordeel van het Gerecht mocht Jara op grond van voormelde feitelijkheden er in elk geval gerechtvaardigd op vertrouwen dat Romar met betrekking tot bedoelde betonvloer en het project haar contractspartij was, en dat Jara in opdracht van Romar die vloer heeft aangelegd en dat project heeft uitgevoerd in/aan het pand van Anjosean. De omstandigheid dat Anjosean één met betrekking tot die betonvloer aan Romar uitgebrachte factuur heeft betaald maakt dat niet anders. Zie in dit verband immers het bepaalde in het eerste lid van artikel 6:30 BW, waar Romar in haar conclusie van dupliek onder randnummer 4 terecht naar verwijst. Het verweer van Romar op dit onderdeel wordt verworpen; Romar heeft te gelden als degene in wiens opdracht Jara bedoelde betonvloer heeft aangelegd en het project heeft uitgevoerd.
Invoice” met als nummer 3004 (die door Jara zelf wordt gekwalificeerd als offerte) wordt omschreven als “
Concrete finishing (helicopter)”, waarvoor Jara Afl. 7.000,-- in rekening heeft gebracht aan Romar. In het licht daarvan heeft Romar verder niet of onvoldoende bestreden gesteld dat het vlinderen van een betonvloer het volledig vlak afwerken en gebruiksklaar maken van die vloer impliceert. Nu vast staat dat de betonvloer in ernstige mate niet vlak is en dat daardoor een voor een pakhuis normaal gebruik van die vloer door heftrucks en het stevig kunnen plaatsen van pallets en stellages niet mogelijk is, is het Gerecht van oordeel dat de door Jara geconstrueerde betonvloer gebrekkig is en daarom niet beantwoord aan de tussen partijen gesloten overeenkomst van aanneming.