ECLI:NL:OGEAA:2019:192

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 maart 2019
Publicatiedatum
11 april 2019
Zaaknummer
AUA201802637
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een taxatierapport in het verbintenissenrecht

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Capricorn One N.V. (hierna: Capricorn) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft de betaling van Afl. 2.000,-- voor een taxatierapport dat door Capricorn aan de gedaagde is geleverd. De procedure heeft een verloop gekend dat tot een tussenvonnis op 14 november 2018 leidde, waarna een comparitie van partijen op 11 december 2018 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting zijn beide partijen verschenen en hebben zij hun standpunten toegelicht.

Capricorn heeft gesteld dat er een mondelinge overeenkomst was over de prijs van het taxatierapport, maar het Gerecht oordeelde dat deze stelling onvoldoende onderbouwd was. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het gebruikelijke loon voor dergelijke werkzaamheden niet duidelijk was en heeft de vordering van Capricorn uiteindelijk toegewezen, maar het bedrag vastgesteld op Afl. 450,--, in plaats van het gevorderde bedrag. De wettelijke rente over dit bedrag is toegewezen vanaf 11 juli 2018.

In de uitspraak heeft het Gerecht ook de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. Dit vonnis is uitgesproken door rechter A.H.M. van de Leur op 27 maart 2019, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 27 maart 2019 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R.B.B. nr. AUA201802637
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
CAPRICORN ONE N.V.,
gevestigd in Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: Capricorn,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.I.N. Fräser en E.A.T. Kuster,
tegen:
[gedaagde],
wonende in Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 14 november 2018blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op 11 december 2018. Capricorn is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde mr. Kuster voornoemd, die werd vergezeld door dhr. [naam directeur] (directeur van Capricorn). [gedaagde] is in persoon ter zitting verschenen. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Capricorn vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde] beveelt om aan Capricorn ten titel van nakoming te betalen Afl. 2.000,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 11 juli 2018, kosten rechtens.
2.2 [
gedaagde] voert verweer, en concludeert tot - zo het Gerecht begrijpt - gedeeltelijke afwijzing van het door Capricorn verzochte, kosten rechtens.
2.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE VERDERE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Capricorn stelt dat partijen mondeling zijn overeengekomen dat Capricorn voor het aan [gedaagde] geleverde taxatierapport (hierna: het taxatierapport) 20/00 van de getaxeerde waarde van het onroerend goed in rekening mocht brengen aan [gedaagde]. Die door [gedaagde] bestreden stelling mist naar het oordeel van het Gerecht voldoende onderbouwing. Gesteld noch is gebleken met name wanneer precies en door wie precies zijdens Capricorn die afspraak is gemaakt. De hier besproken stelling van Capricorn wordt gepasseerd, waardoor niet vast komt te staan dat partijen ter zake van het taxatierapport een prijs hadden afgesproken.
3.3
Zoals reeds overwogen in het tussenvonnis onder 2.7 brengt vorenstaande mee dat krachtens het tweede lid van artikel 7:405 BW voor het vaststellen van de hoogte van het niet bepaalde loon voor Capricorn voor het maken en uitbrengen van het taxatierapport het hiervoor op de gebruikelijke wijze berekende loon of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon verschuldigd is. Met de woorden “
het hiervoor op de gebruikelijke wijze berekende loon” wordt in dit verband verstaan of bedoeld wat door beroepsgenoten in het algemeen voor de verrichte werkzaamheden als loon in rekening wordt gebracht. In dit licht wordt het volgende overwogen.
3.4
Capricorn heeft ter zitting gesteld dat zij doorgaans 20/00 van de getaxeerde waarde van het onroerend goed in rekening brengt aan haar opdrachtgevers, hetgeen volgens Capricorn (anders dan [gedaagde]) een redelijk loon is. Daarentegen heeft [gedaagde] met stukken onderbouwd al dan niet impliciet gesteld dat het hier te lande gebruikelijk is dat voor het door hem verzochte taxatierapport betreffende zijn in aanbouw zijnde woning een prijs gelegen tussen de Afl. 300,-- en Afl. 450,-- in rekening wordt gebracht. Die stelling heeft Capricorn niet of onvoldoende onderbouwd bestreden, waardoor die vast komt te staan. Nu die vaststaande stelling te dezen als de primair in aanmerking te nemen norm heeft te gelden, stelt het Gerecht het door [gedaagde] aan Capricorn te betalen loon vast op Afl. 450,--. De vordering van Capricorn zal in dier voege worden toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente zoals onbestreden gevorderd.
3.5
In de uitkomst van deze procedure, partijen zijn over en weer in het (on)gelijk gesteld, ziet het Gerecht aanleiding op de proceskosten te compenseren tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt [gedaagde] om aan Capricorn te betalen Afl. 450,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 11 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
-verklaart voormelde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte;
-compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 maart 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.[1] Zie onderaan bijlage Formele relaties
2.[2] Zie onderaan bijlage Overzicht rechtsgebieden
3.[3] Zie onderaan bijlage Bijzondere kenmerken van uitspraak