ECLI:NL:OGEAA:2019:193

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 maart 2019
Publicatiedatum
11 april 2019
Zaaknummer
AUA201900466
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over ontruiming van gehuurde woning en betaling van achterstallige huur

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Catashi Holding N.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. De procedure vond plaats op 8 maart 2019, waarbij Catashi werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. R. Marchena. De gedaagde, die op de zitting niet aanwezig was, heeft verstek laten verlenen. Catashi heeft haar verzoek tot ontruiming van de door de gedaagde gehuurde woning en betaling van achterstallige huur ingediend, waarbij zij haar standpunten heeft toegelicht en onderbouwd met bewijsstukken.

De rechter heeft vastgesteld dat het spoedeisend belang van Catashi bij de ontruiming evident is, gezien de aard van het verzoek en de niet-bestreden stellingen van Catashi. De gedaagde heeft geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van Catashi, die niet onrechtmatig of ongegrond zijn bevonden. Daarom heeft de rechter besloten de vorderingen van Catashi toe te wijzen, met inachtneming van een ontruimingstermijn van twee weken voor de gedaagde.

In de beslissing is de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom van Afl. 500,-- per dag bij niet-naleving. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van Afl. 13.500,-- aan achterstallige huur en de proceskosten van Catashi, die zijn begroot op Afl. 688,50 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 27 maart 2019
Behorend bij K.G. AUA201900466
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
CATASHI HOLDING N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Catashi,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena,
tegen:
[gedaagde],
wonende Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit
-het verzoekschrift met producties;
-de beslissing van dit Gerecht dat de mondelinge behandeling van de zaak zal worden gehouden op de terechtzitting van vrijdag 8 maart 2019 om 09:30 uur.
1.2
Catashi is ter terechtzitting verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door dhr. [manager] (manager bij Catashi). Hoewel deugdelijk opgeroepen is [gedaagde] niet ter zitting verschenen. Tegen hem is daarom verstek verleend. Catashi heeft ter zitting onder overlegging van een nadere productie gepersisteerd in het door haar gestelde en verzochte.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Catashi heeft gesteld en gevorderd zoals omschreven in haar verzoekschrift
2.2 [
gedaagde] heeft geen verweer gevoerd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van Catashi bij de door haar verzochte ontruiming ligt besloten in de aard van dat verzoek en de daaraan ten gronde gelegde stellingen. Nu [gedaagde] de geldvordering van Catashi en de daaraan ten gronde gelegde stellingen niet heeft bestreden, kan redelijkerwijze en om proceseconomische redenen niet van Catashi worden gevergd om die vordering ter beoordeling aan de bodemrechter voor te leggen.
3.2 [
gedaagde] heeft de vorderingen van Catashi en de daaraan ten gronde gelegde stellingen niet bestreden. Die vorderingen, die overigens onrechtmatig noch ongegrond voorkomen, zullen daarom worden toegewezen als na te melden met inachtneming van het navolgende.
3.3
Op grond van redelijkheid en billijkheid zal aan [gedaagde] een ontruimingstermijn worden gegund van twee weken. Gesteld noch is gebleken dat [gedaagde] niet in staat is om het van Catashi gehuurde woning binnen die termijn te ontruimen.
3.4 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Catashi, tot aan deze uitspraak begroot op (450,- + 238,50 =) Afl. 688,50 aan verschotten (griffiegelden en kosten van oproeping) en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding bij verstek:
-beveelt [gedaagde] om binnen veertien (14) dagen na de betekening van dit vonnis aan [gedaagde] de van Catashi gehuurde woning gelegen in Aruba te Weg Sero Blanco nr. 4 te ontruimen met alle zich daarin van zijnentwege bevindende personen en goederen en met afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van Catashi;
-bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van Catashi een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- per dag of deel daarvan dat [gedaagde] dat bevel niet opvolgt, met dien verstande dat [gedaagde] te dezen niet meer dan Afl. 15.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt [gedaagde] om aan Catashi te betalen Afl. 13.500,-- aan achterstallige huur tot en met januari 2019;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Catashi, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 688,50 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M van de Leur rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 maart 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.