ECLI:NL:OGEAA:2019:203
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Kort geding over ontruiming van woning in Aruba met dwangsommen
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 3 april 2019 een vonnis in kort geding uitgesproken. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.E. Rosenstand, heeft een verzoek ingediend tot ontruiming van een woning die in eigendom toebehoort aan haar. De gedaagde, die in persoon procedeerde, heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen van de eiseres. Tijdens de zitting op 7 maart 2019 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en gereageerd op elkaars argumenten.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor de eiseres bij de gevraagde voorzieningen. De gedaagde heeft de vorderingen van de eiseres niet voldoende gemotiveerd bestreden, waardoor het Gerecht heeft besloten de vorderingen toe te wijzen. De gedaagde heeft verklaard dat hij bereid is de woning binnen twee dagen te ontruimen, onder de voorwaarde dat hij zijn spullen voor maximaal drie maanden mag opslaan in een bijbehorend appartement. Deze voorwaarden zijn door de eiseres aanvaard.
Het Gerecht heeft vervolgens de gedaagde bevolen om de woning te ontruimen en heeft dwangsommen opgelegd voor eventuele schendingen van de opgelegde verboden. Tevens is bepaald dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de gedaagde is verboden zich binnen een straal van 50 meter van de eiseres te bevinden, met enkele uitzonderingen.