In deze civiele procedure, aangespannen door de Stichting Aruba Waste Cooking Oil Foundation (AWCOF) tegen twee gedaagden, is het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 april 2019 tot een vonnis gekomen. AWCOF, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. de Bie, heeft gedaagden, die beiden in Aruba wonen en vertegenwoordigd worden door advocaat mr. R. Marchena, aangeklaagd voor de vermeerdering van eis en het teruggeven van een container met afgewerkte spijsolie. De zaak draait om de vraag of AWCOF recht heeft op de olie die door gedaagde 1, een ex-medewerker van AWCOF, is vervoerd en of gedaagde 2, de voormalig penningmeester van AWCOF, betrokken is bij de diefstal van deze olie.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat AWCOF voldoende gelegenheid heeft gegeven aan de gedaagden om te reageren op de vermeerdering van eis en heeft het bezwaar van de gedaagden ongegrond verklaard. AWCOF heeft verzocht om gedaagden te veroordelen tot het teruggeven van de olie en betaling van een bedrag van Afl. 45.618,84. Gedaagden hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat AWCOF niet voldoende bewijs heeft geleverd dat gedaagde 2 betrokken was bij de diefstal van de olie. De vorderingen van AWCOF tegen gedaagde 2 zijn afgewezen, terwijl de vorderingen tegen gedaagde 1 verder onderzocht zullen worden. AWCOF is in de gelegenheid gesteld om getuigen te horen om haar claims te onderbouwen. De zaak is verwezen naar een terechtzitting op 10 mei 2019 voor bewijslevering.