ECLI:NL:OGEAA:2019:223

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 april 2019
Publicatiedatum
16 april 2019
Zaaknummer
AUA201900489
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming in kort geding met betrekking tot eigendom van woning in Aruba

In deze zaak, die op 10 april 2019 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, hebben eisers, bestaande uit [eiseres 1] en [eiser 2], een kort geding aangespannen tegen gedaagde, [gedaagde], met als doel ontruiming van een woning die in eigendom toebehoort aan de eisers. De procedure begon met een verzoekschrift waarin de eisers hun vorderingen uiteenzetten. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 maart 2019 zijn alle partijen verschenen en hebben zij hun standpunten toegelicht. De eisers stelden dat gedaagde al geruime tijd zonder recht of titel in de woning verblijft, terwijl gedaagde verweer voerde tegen de vorderingen van de eisers.

Het Gerecht oordeelde dat het spoedeisend belang van de eisers bij de ontruiming evident was, gezien de omstandigheden van de zaak. Gedaagde had onvoldoende onderbouwd verweer gevoerd, waardoor het Gerecht concludeerde dat de ontruimingsvordering van de eisers moest worden toegewezen. Gedaagde werd bevolen om binnen vier weken na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de sleutels aan de eisers te overhandigen. Tevens werd er een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde niet aan het bevel zou voldoen.

De kosten van de procedure werden aan gedaagde opgelegd, inclusief griffiegelden en kosten voor de gemachtigde van de eisers. Het vonnis werd uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het vonnis is een belangrijke uitspraak in het kader van kort geding procedures met betrekking tot ontruiming en eigendomsrechten in Aruba.

Uitspraak

Vonnis van 10 april 2019
Behorend bij K.G. AUA201900489
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:

1.[naam eiseres 1],

wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: [eiseres 1],
procederend in persoon,
en:

2.[naam eiser 2],

wonende in Canada,
hierna ook te noemen: [eiser 2],
gemachtigde: mw. [naam eiseres 1] (krachtens schriftelijke door [eiser 2] uitgeschreven volmacht),
eisers,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [eisers],
tegen:
[naam gedaagde],
wonende Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit
-het verzoekschrift met producties;
-de beslissing van dit Gerecht dat de mondelinge behandeling van de zaak zal worden gehouden op de terechtzitting van vrijdag 8 maart 2019 om 10:30 uur.
1.2 [
eiseres 1] is in persoon en [eiser 2] is bij zijn gemachtigde ter terechtzitting verschenen. [gedaagde] is in persoon verschenen. Partijen hebben ter zitting over en weer het woord gevoerd, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
[eisers] hebben gesteld en gevorderd zoals omschreven in hun verzoekschrift.
2.2 [
gedaagde] heeft verweer gevoerd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van [eisers] bij de door hen verzochte ontruiming ligt besloten in de aard van dat verzoek en de daaraan ten gronde gelegde stellingen.
3.2 [
gedaagde] heeft de vorderingen van [eisers] en de daaraan ten gronde gelegde stellingen onvoldoende onderbouwd bestreden, waardoor vast komt te staan dat [gedaagde] al geruime tijd zonder recht of titel in de aan [eisers] in eigendom toebehorende woning/appartement verblijft. De omstandigheid dat [gedaagde] elders geen woning kan bemachtigen, komt en blijft voor zijn rekening en risico. Nu in een bodemprocedure een gelijk oordeel valt te verwachten, zal de ontruimingsvordering van [eisers] worden toegewezen met inachtneming van het navolgende.
3.3
Dwangsommen zullen gematigd en gemaximeerd worden opgelegd aan [gedaagde] als na te melden.
3.4 [
gedaagde] heeft ter zitting verklaard dat hij binnen een termijn van vier weken de ontruiming van voormelde woning kan realiseren. Op grond van redelijkheid en billijkheid zal aan [gedaagde] die ontruimingstermijn worden gegund.
3.5
De door [eiseres 1] verzochte machtiging om bij gebreke daarvan zelf de ontruiming van bedoelde woning te bewerkstelligen, desnoods met behulp van politie en justitie, zal niet worden gegeven omdat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein van de deurwaarder betreft.
3.6 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eisers], tot aan deze uitspraak begroot op (450,- + 250,-- + 250,-- =) Afl. 950,-- aan verschotten (griffiegelden en kosten van oproepingen) en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-beveelt [gedaagde] om binnen vier (4) weken na de betekening van dit vonnis aan [gedaagde] de aan [eisers] in eigendom toebehorende woning/appartement gelegen in Aruba te [adres woning] te ontruimen met alle zich daarin van zijnentwege bevindende personen en goederen en met afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [eisers];
-bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van [eisers] een dwangsom verbeurt van
Afl. 250,-- per dag of deel daarvan dat [gedaagde] voormeld bevel niet opvolgt, met dien verstande dat [gedaagde] te dezen niet meer dan Afl. 15.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eisers], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 950,-- aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M van de Leur rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 10 april 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.