In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben verzoekers, de ouders van de minderjarige, een verzoek ingediend tot wijziging van de voornaam van hun kind. De minderjarige, geboren uit een affectieve relatie tussen de verzoekers, heeft bij haar geboorte de voornamen [voornamen] gekregen. De verzoekers willen de eerste voornaam wijzigen in 'Mckenzie', omdat zij van mening zijn dat de letter 'K' met een kleine letter geschreven moet worden, conform de gebruikelijke schrijfwijze in Aruba.
De procedure begon met de indiening van het verzoekschrift op 9 augustus 2018, gevolgd door een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand op 30 oktober 2018. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 november 2018 waren zowel de moeder als de vader, bijgestaan door hun gemachtigde, aanwezig. De ambtenaar van de burgerlijke stand, vertegenwoordigd door mr. A. Els, was ook aanwezig.
De rechter heeft het verzoek beoordeeld op basis van artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat stelt dat een wijziging van de voornaam kan worden gelast door de rechter indien er een voldoende zwaarwichtig belang bestaat. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft zich tegen het verzoek verzet, en de rechter concludeerde dat verzoekers niet voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de minderjarige, die pas twee jaar oud is, een zwaarwichtig belang heeft bij de wijziging van haar voornaam. De rechter oordeelde dat de voornaam 'McKenzie' op verschillende manieren kan worden geschreven en dat het niet ongepast is.
Uiteindelijk heeft het gerecht het verzoek tot voornaamswijziging afgewezen, met de overweging dat het algemeen belang van het behoud van de namen in de registers van de burgerlijke stand zwaarder weegt dan het belang van de verzoekers. De beschikking werd gegeven door mr. E.M.D. Angela op 15 januari 2019.