ECLI:NL:OGEAA:2019:239

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 april 2019
Publicatiedatum
2 mei 2019
Zaaknummer
AUA201900902
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ongestoorde elektriciteitslevering door ELMAR N.V. in kort geding

In deze zaak heeft [eiser] een kort geding aangespannen tegen ELMAR N.V. met het verzoek om ongestoord en onafgebroken elektriciteit te ontvangen. De achtergrond van de zaak betreft een wind- en zonne-energie installatie die [eiser] op zijn perceel heeft, welke door ELMAR is goedgekeurd voor een maximale teruglevering van 840 Watt. [eiser] heeft in 2017 extra zonnepanelen geïnstalleerd, maar deze uitbreiding is niet goedgekeurd door ELMAR. Hierdoor heeft ELMAR de stroomlevering aan [eiser] tijdelijk onderbroken, wat heeft geleid tot de vordering van [eiser]. Tijdens de zitting op 5 april 2019 is de zaak behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. ELMAR stelt dat zij gerechtigd is om de stroomlevering te onderbreken op basis van de algemene voorwaarden en de Landsverordening Elektriciteitsconcessies, omdat [eiser] de goedkeuring voor de uitbreiding van zijn installatie niet heeft aangevraagd. Het gerecht heeft geoordeeld dat de vordering van [eiser] niet kan worden toegewezen, omdat de integriteit van het elektriciteitsnet gewaarborgd moet blijven en [eiser] de mogelijkheid heeft om een herkeuring van zijn installatie aan te vragen. De vordering is afgewezen en [eiser] is veroordeeld in de proceskosten van ELMAR.

Uitspraak

Vonnis van 24 april 2019
Behorend bij K.G. nr. AUA201900902
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eiser],
wonende in Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
ELMAR N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: Elmar,
gemachtigde: de advocaat mr. M. Bemer.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 21 maart 2019;
- de brief met producties van Elmar, ingediend op 4 april 2019;
- de pleitaantekeningen van Elmar;
- de behandeling ter zitting op 5 april 2019, waarbij zijn verschenen [eiser] in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde en Elmar bijgestaan door haar gemachtigde, alsmede mw. [assistant manager bedrijf en ontwikkeling] (assistant manager bedrijf en ontwikkeling) en dhr. [directie support] (directie support).

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Elmar levert via haar netwerk elektriciteit aan eindafnemers. Daartoe is bij Landsbesluit van 23 februari 2005 alleen aan Elmar een concessie (hierna: de concessie) verleend.
2.2
Op 31 mei 1974 is Elmar een overeenkomst tot levering van stroom met [eiser] aangegaan.
2.3
Op 2 september 2009 heeft Elmar de wind- en zonne-energie installatie op het perceel van [eiser] goedgekeurd. De elektriciteit die hiermee wordt geproduceerd, wordt door [eiser] terug geleverd aan het elektriciteitsnet van Elmar. De installatie had ten tijde van de goedkeuring een maximaal vermogen van 840 Watt.
2.4
Op 11 maart 2014 heeft Elmar op het perceel van [eiser] een zogenaamde slimme meter geïnstalleerd ter registratie van het energieverbruik van [eiser].
2.5 [
eiser] heeft in 2017 additionele zonnepanelen geïnstalleerd met een extra vermogen van 3.000 Watt.
2.6
Op 22 augustus 2018 heeft Elmar de slimme meter op het perceel van [eiser] vervangen door een nieuwe slimme meter. Deze meter onderbreekt tijdelijk de toelevering van stroom aan [eiser] op het moment dat deze met zijn installatie meer stroom levert aan het elektriciteitsnet van Elmar dan de 840 Watt die volgens Elmar is toegestaan. Omdat de slimme meter in dit opzicht slechts in stappen van 500 Watts kan worden ingesteld, heeft Elmar de meter zo ingesteld dat de stroomtoevoer aan [eiser] wordt onderbroken zodra er meer dan 1000 Watt door [eiser] aan het elektriciteitsnet van Elmar wordt terug geleverd.
2.7
Korte tijd na het installeren van de nieuwe slimme meter werd [eiser] herhaaldelijk geconfronteerd met tijdelijke onderbrekingen van de stroomtoevoer.
2.8
Bij brief van 1 oktober 2018 heeft [eiser] aan Elmar verzocht de nieuwe slimme meter te vervangen door de oude meter.
2.9
Bij brief van 12 oktober 2018 heeft Elmar aan [eiser] bericht dat de eigendom van de meter aan haar toebehoort en dat zij gerechtigd is de meter zonder instemming van [eiser] te vervangen. Verder heeft Elmar aan [eiser] bericht dat de levering van stroom wordt onderbroken omdat telkens de maximale toegestane terug levering van 840 Watt, het voor [eiser] goedgekeurde vermogen, was bereikt.
2.1
Bij brief van 15 maart 2019 heeft [eiser], wegens een stroomonderbreking, Elmar verzocht haar weer op het netwerk aan te sluiten.
2.11
Bij brief van 20 maart 2019 heeft Elmar nogmaals aan [eiser] bericht dat de onderbreking van de stroom te wijten is aan het feit dat [eiser] de uitbreiding van zijn zonne-energie installatie niet door Elmar heeft laten keuren en de maximale toegestane terug levering van 840 Watt door hem wordt overschreden.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiser] vordert dat het gerecht, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde beveelt om binnen vierentwintig uur na betekening van dit vonnis behoudens in een geval als aangegeven in artikel 5 van de Landsverordening electriciteitsconcessie en zoals vastgelegd in het Landsbesluit van 6 april 2017, no. 1 om aan hem ongestoord c.q. onafgebroken van elektriciteit te voorzien, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van Elmar in de proceskosten.
3.2
Elmar voert verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiser] bij zijn vordering volgt uit de aard van die vordering en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen.
4.2
In deze procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek en bewijslevering, worden beoordeeld of de vordering in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop toewijzing van de gevraagde voorziening gerechtvaardigd is.
4.3 [
eiser] vordert dat Elmar onbeperkt en ongestoord stroom aan zijn woning levert. Elmar stelt dat de vordering reeds daarom dient te worden afgewezen, omdat deze te ruim is geformuleerd. Elmar kan geen ononderbroken levering van stroom garanderen, omdat de mogelijkheid van stroomstoringen nu eenmaal inherent is aan de levering van stroom. [eiser] heeft ter zitting toegelicht dat hij met de vordering beoogt dat Elmar wordt bevolen de stroom niet te onderbreken of op te schorten op grond van het feit dat door zijn wind- en zonne-energie installatie meer stroom wordt terug geleverd op het distributienetwerk (hierna: het netwerk) dan de 840 Watt die Elmar wenst toe te staan. Het gerecht zal de vordering in laatst genoemde zin beoordelen.
4.4
De vraag die ter beantwoording voorligt, is of Elmar door middel van de nieuwe slimme meter gerechtigd is de stroomlevering van de woning van [eiser] te onderbreken, al dan niet tijdelijk, indien meer stroom wordt terug geleverd dan waarvoor de wind- en zonne-energie installatie bij zijn woning goedgekeurd is.
4.5
Artikel 21 lid 1 van het Landsbesluit installatievoorschriften elektrische inrichtingen (hierna: het Landsbesluit) bepaalt dat gedurende de werkzaamheden voor de aanleg van de installatie en voor eventuele wijzigingen in bestaande installaties aan de daarvoor door de Minister van Justitie en Publieke Werken en de door Elmar aangewezen personen, toegang moet worden verleend tot alle plaatsen waar wordt geïnstalleerd, en gelegenheid moet worden gegeven om na te gaan of aan de voorschriften wordt voldaan. Lid 2 van dit artikel bepaalt dat de keuring van de installaties en eventuele wijzigingen in bestaande installatie geschiedt door de minister van Justitie en Publieke Werken aangewezen ambtenaar, ten overstaan van een beambte van het Elektriciteitsbedrijf.
4.6
Vaststaat dat de wind- en zonne-energie installatie op het perceel van [eiser] in september 2009 is goedgekeurd voor maximaal 840 Watt. Voor de uitbreiding van de installatie in 2017 met additionele zonnepanelen en een daarbij behorende uitbreiding van het vermogen van de installatie met 3000 Watt heeft [eiser] geen goedkeuring van Elmar gevraagd. Volgens [eiser] is dit niet vereist omdat de vereiste goedkeuring ingevolge artikel 21 van het Landsbesluit slechts geldt voor het keuren en herkeuren van stroom verbruikende installaties en niet voor stroom producerende installaties alsmede wijzigingen van dergelijke installaties. Verder heeft [eiser] gesteld dat de wind- en zonne-energie installatie op zijn perceel in ieder geval niet meer dan de maximaal door Elmar toegestane 10 Kilowatt produceert en Elmar ook om die reden de stroom niet mag onderbreken.
4.7.
Elmar betwist dat artikel 21 van het Landsbesluit slechts zou zien op de keuring van stroom verbruikende installaties en dat deze bepaling niet zou gelden voor stroom producerende installaties. Het gerecht is van oordeel dat niet valt in te zien op grond waarvan het standpunt van [eiser] moet worden gevolgd dat artikel 21 van het Landsbesluit alleen betrekking heeft op stroom producerende installaties. Artikel 21 is onderdeel van hoofdstuk V van het Landsbesluit met als titel ‘Administratieve bepalingen’. Hierin zijn diverse administratieve voorschriften opgenomen waaraan moet worden voldaan voordat kan worden overgegaan tot de aanleg, wijziging of uitbreiding van een elektrische installatie. Deze voorschriften hebben als strekking om de deugdelijkheid en de veiligheid - en daarmee de integriteit - van het netwerk te waarborgen. De integriteit van het netwerk kan niet alleen worden aangetast door een onjuiste aanleg van stroom verbruikende installaties, maar ook door een onjuiste aanleg van stroom producerende installaties. Met Elmar is het gerecht dan ook van oordeel dat artikel 21 van het Landsbesluit ziet op al hetgeen deel uitmaakt van de elektriciteitsinstallatie en dat [eiser] op grond van deze bepaling verplicht is de uitbreiding van zijn stroom producerende zonne-energie installatie goed te laten keuren. Dat [eiser] de maximaal toegestane 10 Kilowatt niet overschrijdt doet aan het voorgaande niet af.
4.8
Nu [eiser] de uitbreiding van de zonne-energie installatie in 2017 niet ingevolge artikel 21 van het Landsbesluit heeft laten goedkeuren, stelt Elmar dat zij ingevolge 5 van de Landsverordening Elektriciteitsconcessies en artikel 13 en 14 van de door haar gehanteerde algemene voorwaarden gerechtigd is de stroomlevering (tijdelijk) te onderbreken. De stelling van [eiser] dat de thans geldende algemene voorwaarden waarop Elmar zich beroept, niet op hem van toepassing zijn omdat zij zijn vastgesteld na de goedkeuring van zijn wind- en zonne-energie installatie in september 2009, is door Elmar gemotiveerd betwist.
4.9.
Het gerecht is van oordeel dat voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat de algemene voordwaarden waarop Elmar zich beroept, in 2012 zijn vastgesteld en van toepassing zijn verklaard en daarmee dus ruim vóór de uitbreiding van de zonne-energie installatie van [eiser] in 2017. Voorts heeft Elmar voorshands voldoende aannemelijk gemaakt dat de algemene voorwaarden op de overeenkomst met [eiser] van toepassing zijn.
4.1
Elmar heeft ingevolge artikel 13 en 14 van de algemene voorwaarden de bevoegdheid om de stroomlevering aan [eiser] (tijdelijk) te onderbreken in de gevallen dat [eiser] meer stroom aan het elektriciteitsnet levert dan hem op grond van de keuring in 2009 is toegestaan. Elmar hoeft niet te duldden dat meer stroom op haar netwerk wordt terug geleverd dan waarvoor goedkeuring is verleend, waardoor de integriteit van het elektriciteitsnet wordt aangetast, althans kan worden aangetast. Hoewel [eiser] een groot belang heeft bij een ononderbroken levering van stroom, weegt naar het voorshands oordeel van het gerecht het belang van Elmar bij het waarborgen van de integriteit van het netwerk zwaarder. Ook een afweging van de wederzijdse belangen leidt daarom niet tot een ander oordeel. Daarbij neemt het gerecht in overweging dat Elmar ter zitting onbetwist heeft gesteld dat [eiser] een herkeuring van zijn installatie kan aanvragen en dat de uitbreiding van het vermogen met 3000 Watt vrijwel zeker geen belemmering zal opleveren om goedkeuring aan die uitbreiding te geven.
4.11
Voor de beoordeling van het geschil is niet relevant of Elmar al dan niet bevoegd is om een slimme meter te plaatsen. [eiser] heeft ten aanzien van de slimme meter, waartegen hij kennelijk bezwaren heeft omdat deze zijn privacy zouden aantasten, geen vordering tegen Elmar ingesteld. Al hetgeen partijen hieromtrent hebben gesteld, behoeft om die reden geen bespreking. Daar komt bij dat Elmar onweersproken heeft gesteld dat reeds in maart 2014 een slimme meter door haar is geïnstalleerd en dat de vervanging in augustus 2018 slechts een nieuwe versie betrof. In dat licht is voorshands niet aannemelijk geworden dat Elmar heeft gehandeld in strijd met haar contractuele bevoegdheden door de vervanging van de slimme meter in 2018.
4.12
Om voormelde redenen dient de vordering, ook in beperkte lezing, te worden afgewezen.
4.13
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [eiser] worden veroordeeld in de proceskosten van Elmar.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- wijst het gevorderde af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, die tot de datum van de uitspraak aan de kant van Elmar worden begroot op Afl. 1.500,- aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 april 2019 in aanwezigheid van de griffier.