In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 15 januari 2019, is het verzoek van de verzoekster om de curatrice te ontslaan behandeld. De verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde, heeft op 15 augustus 2018 een verzoekschrift ingediend, waarin zij aanvoert dat de curatrice ongeschikt is en dat de curandus niet goed wordt verzorgd. De curatrice, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.J. Hart, heeft op 9 november 2018 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 november 2018 zijn beide partijen verschenen.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de curandus in 2015 onder curatele is gesteld en dat de curatrice sindsdien is benoemd. De rechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar artikel 1:385 lid 1 sub c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, waarin staat dat een curator te allen tijde om gewichtige redenen kan worden ontslagen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de verzoekster niet bevoegd is om het ontslag van de curatrice te verzoeken, omdat er geen gewichtige redenen zijn aangetoond die dit zouden rechtvaardigen. Bovendien is niet gebleken dat de curatrice haar taken niet naar behoren uitvoert of dat de curandus niet goed wordt verzorgd.
De beslissing van het gerecht is om de verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. Deze beschikking is gegeven door rechter mr. E.M.D. Angela ter terechtzitting van 15 januari 2019, in aanwezigheid van de griffier.