Uitspraak
1.HET PROCESVERLOOP
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Gezien het belang dat eiseres heeft bij [gedaagde 1]/[gedaagde 2] verzoekt zij UEA:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, aangespannen door eiseres, gedomicilieerd in Aruba, tegen gedaagden, waaronder een naamloze vennootschap, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 8 mei 2019 uitspraak gedaan. Eiseres verzocht onder andere om te voorkomen dat de eigendommen van gedaagde 2 vervreemd zouden worden en om een vergoeding voor vakantiegeld, pensioenregeling en goodwill. Gedaagden voerden verweer en stelden dat eiseres niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar verzoeken.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen gronden zijn om eiseres niet-ontvankelijk te verklaren. Echter, de vorderingen van eiseres zijn afgewezen omdat deze niet toewijsbaar waren. Het Gerecht oordeelde dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor haar claims, waaronder de investeringen in gedaagde 2 en de vergoedingen voor het beheer van de appartementen. Ook de vorderingen met betrekking tot vakantiegeld en goodwill werden als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
De slotsom van het vonnis is dat alle vorderingen van eiseres zijn afgewezen en dat zij als de in het ongelijk gestelde partij is veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op Afl. 12.000,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur en is bij vervroeging ter openbare terechtzitting gedaan.