ECLI:NL:OGEAA:2019:274

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 mei 2019
Publicatiedatum
20 mei 2019
Zaaknummer
AUA201901335
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van winkelpand in kort geding wegens huurachterstand

In deze zaak, die op 15 mei 2019 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vorderde de naamloze vennootschap Heritage Development Co. N.V. (eiseres) de ontruiming van een winkelpand door de naamloze vennootschap Pizzuzzo Maurantonio N.V. (gedaagde) wegens huurachterstand. De gedaagde huurde sinds 14 oktober 2016 een winkelruimte van eiseres, met een maandelijkse huurprijs van Afl. 5.300,-. Eiseres stelde dat gedaagde in gebreke was gebleven met de huurbetalingen, met een achterstand van Afl. 21.858,68, en dat zij de ontruiming zou verzoeken indien deze niet werd voldaan. Tijdens de zitting op 3 mei 2019 erkende gedaagde de huurachterstand, maar voerde geen verweer tegen de hoogte ervan.

De rechter beoordeelde de spoedeisendheid van de vordering en oordeelde dat er voldoende aannemelijkheid bestond dat de bodemrechter de huurovereenkomst zou ontbinden wegens wanprestatie. De rechter stelde vast dat de huurachterstand meer dan drie maanden bedroeg, wat volgens het beleid van het gerecht voldoende grond biedt voor ontbinding van de huurovereenkomst en toewijzing van de ontruiming. Eiseres werd gemachtigd om de deurwaarder in te schakelen voor de ontruiming, maar de rechter wees de vordering af om de ontruiming zelf te bewerkstelligen.

De rechter oordeelde verder dat gedaagde Afl. 20.786,94 aan achterstallige huurpenningen moest betalen, vermeerderd met een contractuele boete van 2% per maand vanaf april 2019 tot de dag van de ontruiming. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op dat moment waren begroot op Afl. 750,- aan griffierechten, Afl. 220,21 aan oproepingskosten en Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 15 mei 2019
Behorend bij K.G. nr. AUA201901335
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
HERITAGE DEVELOPMENT CO. N.V.,
gevestigd in Aruba,
hierna ook te noemen: eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. M.A. Ellips-Schipper,
tegen:
de naamloze vennootschap
PIZZUZZO MAURANTONIO N.V.,
gevestigd in Aruba,
hierna ook te noemen: gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 23 april 2019;
- de behandeling ter zitting op 3 mei 2019, waarbij zijn verschenen eiseres bij haar gemachtigde voornoemd en gedaagde bijgestaan door haar gemachtigde, alsmede mevrouw [naam directeur] (directeur).
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis wordt gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Gedaagde huurt op grond van een huurovereenkomst en met ingang van 14 oktober 2016 van eiseres een winkelruimte gelegen in de [naam van Mall] te [adres] (hierna: de winkelruimte). De huurprijs bedraagt Afl. 5.300,- per maand.
2.2
In artikel 2 van de huurovereenkomst staat, voor zover van belang:

(…) If Tenant shall fail to pay the above within five (5) calender days after the same is due, Tenant shall be obligated to pay a late payment penalty equal to 10% of the amount due. In addition, any rent which is not paid within fourteen (14) calender days after the same is due shall bear interest of 2% per month from the first day due until paid. It is expressly understood that such failure to comply with any and all payments on their due date constitutes breach of Contract and authorizes the Landlord to evict the Tenant without further recourse by Tenant”.
2.3
Bij e-mail van 29 maart 2019 is door eiseres aan gedaagde medegedeeld dat de huurachterstand Afl. 21.858,68 bedraagt en dat, indien gedaagde de huurachterstand niet betaalt, eiseres de ontruiming van gedaagde zal verzoeken bij het gerecht.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres vordert dat het gerecht, bij vonnis in kort geding en uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde veroordeelt om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de winkelruimte te ontruimen, met afgifte van de sleutels en in goede staat ter vrije beschikking van eiseres te stellen, althans met machtiging aan eiseres om gedaagde zelf te doen ontruimen indien zij met die ontruiming in gebreke blijft, desnoods met behulp van de sterke arm der justitie en politie, op straffe van een dwangsom en gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres van een voorschot over de achterstallige huurpenningen van Afl. 20.786,94, vermeerderd met een contractuele boete van 2% per maand gerekend vanaf april 2019 tot de dag van de ontruiming, met veroordeling van gedaagde tot betaling van de proceskosten.
3.2
Eiseres grondt de vordering erop dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de uit huurovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen.
3.3
Gedaagde erkent dat sprake is van een huurachterstand en voert geen verweer tegen de hoogte daarvan.

4.DE BEOORDELING

4.1
De spoedeisendheid van de gevraagde voorziening volgt uit de vordering.
4.2
De vraag die voor ligt is of vooruitlopend op het oordeel van de bodemrechter voldoende aannemelijk is dat deze de huurovereenkomst zal ontbinden wegens wanprestatie en dat gedaagde de winkelruimte dient te ontruimen en veroordeeld moet worden tot betaling van de achterstallige huurpenningen.
4.3
Beleid bij dit gerecht (en overigens ook bij de gerechten in Nederland) is dat een huurovereenkomst ontbonden kan worden bij een huurachterstand van ten minste drie maanden. De door gedaagde erkende huurachterstand bedraagt in dit geval meer dan drie maanden. Dit heeft tot gevolg dat de verzochte ontruiming toegewezen kan worden, nu met voldoende mate van zekerheid geoordeeld kan worden dat de bodemrechter de huurovereenkomst bij deze huurachterstand zal ontbinden.
4.4
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv. volgt dat eiseres de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Eiseres heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als gedaagde niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan moet de vordering om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, worden afgewezen. De deurwaarder behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien gedaagde medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Het gerecht zal de ontruimingstermijn bepalen op veertien dagen.
4.5
Voor het opleggen van een dwangsom ziet het gerecht geen aanleiding, nu eiseres zelf de ontruiming met behulp van de deurwaarder kan doen bewerkstelligen. De gevorderde dwangsom wordt om die reden afgewezen.
4.6
Eiseres vordert tevens Afl. 20.786,- aan achterstallige huurpenningen. Het door gedaagde erkende bedrag van Afl. 20.786,- komt voor toewijzing in aanmerking, vermeerderd met de contractuele boete van 2% per maand gerekend vanaf april 2019 tot de dag van de ontruiming.
4.7
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden tot op heden begroot op Afl. 750,- aan griffierechten, Afl. 220,21 aan oproepingskosten en Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- veroordeelt gedaagde om, binnen veertien (14) dagen na betekening van dit vonnis, de winkelruimte in de [naam van Mall] te [adres], te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van eiseres zijn, onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van eiseres;
- veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een bedrag van Afl. 20.786,94 wegens achterstallige huurpenningen, vermeerderd met de contractuele boete van 2% per maand gerekend vanaf april 2019 tot de dag van de ontruiming;
- veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 220,21 aan oproepingskosten en Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris.
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 mei 2019 in aanwezigheid van de griffier.